Ingebruikname
4.4
Toestandsindicatie van de warmtebron op de
slave-cascademodule
Naast de codeerschakelaar bevinden zich op de module 4 LED's, die de be-
treffende toestand van de aangesloten warmtebron/module weergeven.
• LED 1, 2, 3 en 4 geven de toestand van de betreffende warmteprodu-
cent weer:
– Uit: verbinding verbroken of geen communicatie
– Rood: cascademodule of warmteproducent gevonden, maar ver-
binding onderbroken of storing op de warmteproducent
– Geel: warmtebron aangesloten, geen warmtevraag
– Knippert geel: warmtebron gevonden, warmtevraag aanwezig,
maar de brander is uit (bijvoorbeeld wanneer de antipendelblok-
kering van de warmtebron actief is)
– Groen: warmtebron gevonden, warmtevraag aanwezig, brander
in bedrijf, verwarming actief
– Knippert groen: warmtebron gevonden, warmtevraag aanwezig,
brander in bedrijf, warmwatervoorziening actief
4.5
Menu Instellingen cascade
Wanneer een cascademodule is geïnstalleerd, wordt op de bedienings-
unit het menu Servicemenu > Instellingen cascade getoond (niet bij
alle bedieningsunits beschikbaar). Wanneer dit menu bij de geïnstalleer-
de bedieningsunit niet beschikbaar is, gebruikt de cascademodule de
basisinstellingen. De instellingen kunnen met een geschikte bedienings-
unit worden veranderd, ook wanneer de bedieningsunit slechts tijdelijk
is aangesloten.
De basisinstellingen zijn in de instelbereiken geaccentueerd.
Menupunt
Instelbereik: functiebeschrijving
Offset verdelersensor 0 ... 20 K: de door de regeling gevraagde aanvoertem-
peratuur wordt met deze waarde veranderd.
Gew.temp. cascade
20 ... 90 °C: maximale aanvoertemperatuur van de cas-
max
cade aan de open verdeler.
Nalooptijd casc.pomp 0 ... 3 ... 10 min: de op de cascademodule aangesloten
cv-pomp (secundaire zijde) draait met de hier ingestel-
de tijd langer, dan er een warmtevraag aanwezig is.
Aanvoertemp. piek-
20 ... 70 ... 90 °C: wanneer de door de regeling gevraag-
bel.
de aanvoertemperatuur de hier ingestelde waarde over-
schrijdt, worden bij de regelstrategie seriële cascade
met afdekking van de piekbelasting (codeerschakelaar
op positie 3) de voor de afdekking van de piekbelasting
benodigde warmtebron ingeschakeld.
Buitentemp. piekbe-
– 25 ... – 2 ... 20 °C: wanneer de buitentemperatuur de
lasting
hier ingestelde waarde onderschrijdt, worden bij de re-
gelstrategie seriële cascade met afdekking van de piek-
belasting (codeerschakelaar op positie 3) de voor de
afdekking van de piekbelasting benodigde warmtebron-
nen ingeschakeld.
Aanloopvertr. sec.to-
1 ... 6 ... 20 min: wanneer een warmtebron wordt bijge-
estel
schakeld, wacht de regeling gedurende de hier ingestel-
de tijd, tot het volgende toestel wordt bijgeschakeld.
Toegestane over-
0 ... 5 ... 10 K: ter vermindering van het aantal schake-
temp.
lingen van het toestel worden warmtebronnen pas uit-
geschakeld, wanneer de aanvoertemperatuur de
gewenste ingestelde temperatuur met de toegestane
overtemperatuur overschrijdt (positieve hysteresis).
Toegestane onder-
0 ... 5 ... 10 K: ter vermindering van het aantal schakelin-
temp.
gen van het toestel worden warmtebronnen pas bijge-
schakeld, wanneer de aanvoertemperatuur de gewenste
ingestelde temperatuur met de hier toegestane onder-
temperatuur onderschrijdt (negatieve hysteresis).
Tabel 6
82
4.6
Menu Diagnose
De menu's zijn afhankelijk van de geïnstalleerde bedieningsunit en de
geenstalleerde installatie.
Monitorwaarden
Wanneer een module MC 400 is geïnstalleerd, wordt het menu Monitor-
waarden > Cascade getoond.
In dit menu kan informatie over de actuele toestand van de installatie en
de afzonderlijke toestellen in de cascade worden opgeroepen. Hier kan
bijvoorbeeld worden getoond, hoe hoog de aanvoer- en retourtempera-
tuur van de installatie of het actuele toestelvermogen is.
Wanneer een module MC 400 is geïnstalleerd, wordt het menu Monitor-
waarden > Systeeminformatie > Cascade getoond.
In dit menu kan informatie over de module MC 400 (Type cascademo-
dule, SW-versie cascademod.) en de afzonderlijke toestellen in de cas-
cade (bijvoorbeeld Type stuureenheid 1, SW-versie stuureenheid 1)
worden opgeroepen.
Beschikbare informatie en waarden zijn daarbij afhankelijk van de geïn-
stalleerde installatie. Technische documenten van de ketel, de bedie-
ningsunit, de aanvullende module en andere installatiedelen
aanhouden.
4.7
Menu Installatiegegevens
Op de bedieningsunit het menu Servicemenu > Installatiegegevens
oproepen.
Menupunt
Instelbereik: functiebeschrijving
Sensor open verd.
• Toestel: Op toestel: standaardinstelling alleen gebrui-
install
ken, wanneer een open verdeler in de cascade-installa-
tie aanwezig is.
• Nee: Geen open verdeler: deze instelling gebruiken,
wanneer een warmtewisselaar of een seriële hydrauliek
met instelklep worden gebruikt.
Tabel 7
MC 400 – 6720890243 (2018/12)