3.6.3 Een statisch IP-adres in Windows
Onder bepaalde omstandigheden is het nuttig om ervoor te zorgen dat één of meer computers
in het LAN altijd hetzelfde IP-adres hebben. Dit is vooral van belang als u een NAT instelt. (Zie
sectie 3.6.) In deze sectie staat beschreven hoe u een statisch IP-adres kunt confi gureren.
Een statisch IP-adres in Windows
1. Klik op [Start]. Klik op [Configuratiescherm].
2. Klik op [Netwerk en Internet] en daarna op [Netwerkcentrum].
3. Klik op [Netwerkverbindingen beheren] in de linkerkolom.
4. Klik met de rechtermuisknop op [LAN-verbinding] en selecteer [Eigenschappen].
5. Dubbelklik op [TCP/IPv4 (Internet Protocol Version 4)].
6. Selecteer Het volgende IP-adres gebruiken en voer het gewenste IP-adres in in het veld IP-adres.
7. Klik op het veld Subnetmasker. Het masker 255.255.255.0 wordt automatisch ingevoerd. Klik
op [OK].
8. Klik op [OK] om het venster te sluiten.
Een statisch IP-adres aangeven in Windows
1. Klik op [Start]. Klik op [Configuratiescherm].
2. Klik op [Netwerk- en Internet-verbindingen] en daarna op [Netwerkverbindingen].
3. Dubbelklik op [LAN-verbinding]. Klik op [Eigenschappen].
4. Dubbelklik op [Internet-protocol (TCP/IP)].
5. Vink Het volgende IP-adres gebruiken aan en voer het gewenste IP-adres in in het veld IP-adres.
6. Klik op het veld Subnetmasker. Het masker 255.255.255.0 wordt automatisch ingevoerd.
Klik op [OK].
7. Klik op [OK] om het venster te sluiten. Klik op [Sluiten] in het laatste venster.
Een statisch IP-adres aangeven in Windows
1. Klik op [Start], daarna op [Instellingen] en [Netwerk- en inbelverbindingen].
2. Dubbelklik op [LAN-verbinding]. Dubbelklik op [Internet-protocol (TCP/IP)].
3. Vink Het volgende IP-adres gebruiken aan en voer het gewenste IP-adres in in het veld IP-adres.
4. Klik op het veld Subnetmasker. Het masker 255.255.255.0 wordt automatisch ingevoerd.
5. Klik op [OK] en sluit het dialoogvenster Eigenschappen voor LAN-verbinding door op [OK]
te klikken.
3.7 Firewall
De ingebouwde fi rewall van de router kan geconfi gureerd worden om tegen algemeen voorkomende
hackeraanvallen te beschermen. Het is ook mogelijk om bepaalde MAC- en/of IP-adressen te
blokkeren of te autoriseren en de toegang te blokkeren tot bepaalde websites op het internet.
• Selecteer Enable om de fi rewall van de router in te schakelen of Disable om de functie uit te
schakelen.
• Klik op [Apply] om dit te bevestigen.
3.7.1 Access Control
Confi guratie van de MAC-adressen die toegang hebben tot de router. Dit werkt op dezelfde manier
als Access Control beschreven in sectie 2.3.4, maar hier geldt het ook voor het kabelnetwerk en
verkeer vanaf het internet.
• Vink het vakje aan naast Enable MAC Filtering om de functie in te schakelen.
• In het veld Client PC MAC address voert u het MAC-adres in.
• Indien nodig voert u een opmerking in voor het MAC-adres in het veld Comment.
• Selecteer Deny (om het adres te blokkeren) of Allow (om het adres toe te staan).
• Klik op [Add] om het adres aan de lijst toe te voegen.
• Klik op [Apply] om te bevestigen.
3.7.2 URL Blocking
Blokkeer bepaalde adressen op het internet om te voorkomen dat ze toegankelijk zijn voor computers
in het LAN.
• Vink het vakje aan naast Enable URL Blocking om de functie in te schakelen.
• Voer het internetadres in in het veld URL / Keyword en klik op [Add] om het aan de lijst toe te
voegen.
®
aangeven
®
Vista aangeven
®
XP
®
2000
28