Instellen van de toewijzing van digitale ingangen
Selecteer het type component dat op de digitale ingangsaansluitingen is aangesloten.
1
Druk op de
op het (COAXIAL)-ingangsaansluitpunt toe te wijzen.
9
COAX
DVD
• Selecteer "OFF" (uit) als hierop geen toestel is aangesloten.
Druk op de ENTER of op de
in te stellen.
2
Druk op de
op het OPTICAL (OPT)-ingangsaansluitpunt toe te wijzen.
10 OPT
TV
• Selecteer "OFF" (uit) als hierop geen toestel is aangesloten.
Druk op de ENTER of op de
helemaal wilt herbeginnen.
OPMERKING: TUNER kunnen niet worden gekozen.
Na configuratie van het systeem
1
Druk op de SYSTEM SETUP-toets om het configuratiemenu te sluiten.
Hiermee is de configuratie van het systeem voltooid. Wanneer het systeem eenmaal is geconfigureerd,
hoeven de instellingen alleen gewijzigd te worden wanneer er andere componenten of luidsprekers worden
aangesloten.
152
NEDERLANDS
(links) en
(rechts) toetsen om de invoerfunctie aangesloten
(Begininstelling)
CD
DVD
TV
VCR
V.AUX CDR
(links) toets
(rechts) toets
(omlaag) toets om de OPTICAL ingang (OPT)
(links) en
(rechts) toetsen om de invoerfunctie aangesloten
(Begininstelling)
CD
DVD
TV
VCR
V.AUX CDR
(links) toets
(rechts) toets
(omlaag) toets wanneer u de instellingen
11
AFSTANDSBEDIENING
Bediening van DENON-audiocomponenten
• Schakel de spanning van de verschillende componenten in alvorens ze te bedienen.
1
Zet standschakelaar 1 op "AUDIO.
OFF
2
Zet standschakelaar 2 op de stand van de component die u wil
bedienen. (CD, CDR/MD of TAPE)
3
Bedien de audiocomponent.
OFF
• Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de component voor details.
Hoewel deze afstandsbediening bruikbaar is met een groot aantal infraroodbediende componenten, is
het mogelijk dat sommige modellen of componenten er niet mee kunnen worden bediend.
1. CD-speler (CD) en CD-recorder en MD-
recorder (CDR/MD) systeemtoetsen
6, 7 : Handmatig zoeken
(voorwaarts en achterwaarts)
2
: Stop
1
: Weergave
8, 9 : Automatisch zoeken (cue)
3
: Pauze
DISC SKIP +: Discs wisselen
(alleen voor CD-wisselaars)
3. Systeemtoetsen voor tuner
OPMERKING: TUNER kan worden bediend wanneer de schakelaar op "AUDIO" staat.
3
1
2
3
2. TSysteemtoetsen voor cassettedeck (TAPE)
6 : Terugspoelen
7 : Snel vooruitspoelen
2
: Stop
1
: Voorwaartse weergave
0
: Achterwaartse weergave
A/B : Kiezen tussen deck A en B
SHIFT
: Voorkeuzekanaalbereik veranderen
CHANNEL +, – : Voorkeuzekanaal (omhoog/omlaag)
TUNING +, – : Frequentie (omhoog/omlaag)
BAND
: Kiezen tussen AM- en FM-golfband
MODE
: Kiezen tussen auto en mono
MEMORY
: Voorkeuzegeheugen