Spanningstest (Tweepolig) (V) Trms; Eenpolige Fasetest; Continuïteitstest (Rx); De Faserotatie-Aanduiding Bepalen - Beha-Amprobe 2100-Delta Manual Del Usuario

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 72

Spanningstest (tweepolig) (V) TRMS

W
Volg de veiligheidsinstructies. Sluit beide testsondes aan
op het testobject.
• De 2100-Delta gaat automatisch AAN wanneer spanning
hoger is dan ca. 6V en kan spanningen meten binnen het
bereik van 6V-1000VAC/1500VDC.
De spanningsmeting wordt weergegeven op het Lc-display
en het spannningsniveau wordt ook aangegeven door LED's
wanneer dat hoger is dan 120 V
• De zoemer- en trilfunctie schakelen in als de spanning hoger
is dan 50 V AC of 120 V DC.
• Spanningspolariteit is aangegeven op de volgende manier op
het LCD:
AC: AC-symbool is aan
+DC: DC-symbool is aan
-DC: - symbool en Dc-symbool is aan
• Boven 120 V wordt de polariteit daarnaast ook op de
volgende manier weergegeven op het LED-display.
AC: beide 120 V LED's zijn aan
+DC: +120 V LED links is aan
-DC: -120 V LED rechts is aan
De "L2 +" sonde moet aangesloten zijn op positieve (+) potentiaal,
en de LED polariteitsindicatie van de tester zal het "+DC"-symbool
tonen. Wanneer de "L2 +"-sonde is aangesloten op de negatieve
potentiaal (-), zal de tester de "-DC" polariteit aanduiden.
Tijdens de spanningstest kunnen de LED/het symbool L of R
oplichten.
In het geval van ontladen batterijen, licht alleen de ELV LED-
lampjes om wanneer een hogere spanning dan 50 VAC / 120 VDC
is gedetecteerd.

Eenpolige fasetest

De eenpolige fasetest werkt met een wisselstroomspanning
die hoger is dan ca. 100 VAC.
Tijdens de eenpolige fasetest om de fasegeleiders te
bepalen, kan de weergavefunctie worden gehinderd (bijv.
met isolerende persoonlijke beschermingsuitrusting of op
isolatielocaties).
W
De spaningsaanduiding in de eenpolige fasetest is niet
voldoende om de veiligheid te garanderen. Deze functie is niet
geschikt om op afwezigheid van spanning te testen. Dit vereist
altijd een tweepolige spanningstest.
• Houd de tester stevig vast met de volledige hand.
• Sluit de testsonde van de spanningstester
het testobject. De LED voor ELV / eenpolige fasetest is AAN
als de spanning hoger is dan 100V.
De functie voor de eenpolige fasetest wordt automatisch
uitgevoerd in alle functies, behalve in de "Spanningsmodus <10V".
Continuïteitstest (Rx)
De stroom van het testcircuit/-object moet worden
uitgeschakeld vóór de meting.
• Controleer op de afwezigheid van spanning door een
tweepolige spanningstest uit te voeren op het testobject.
• Houd beide testsondes tegen elkaar aan of druk op de AAN/
UIT-knop om de tester in te schakelen.
• De continuïteitsfunctie wordt automatisch uitgevoerd
in alle functies, behalve in de Stroommodus (A) en de
"Spanningsmodus <10V".
• Sluit beide testsondes aan op het testobject. Voor continuïteit
(tot ca. 500 kΩ) is de LED voor continuïteit Rx AAN, toont het
LCD "Con" en is de zoemer actief.
Als een lagere drempel van 20 Ohm voor de continuïteit de
voorkeur krijgt, kan de modus "Aanduiding lage weerstand" (L Rx)
worden geselecteerd.

De faserotatie-aanduiding bepalen

De spanningstester bevat een driefasige rotatie-indicator met
twee sondes.
Volg de veiligheidsinstructies.
De tester Aanduiding faserotatie is altijd actief en de LED L of R
kan constant AAN zijn.
Maar de aanduiding voor de faserotatie kan alleen worden
bepaald in een driefasesysteem tussen de fasen. Het instrument
toont de spanning tussen twee fasen.
7
10
"L2 +" aan op

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido