Licht de versleten zaagketting (11) uit de groef in het
u
zwaard (10).
Plaats de nieuwe ketting in de sleuf op het zwaard, en
u
let er daarbij op dat de zaagtanden in de juiste richting
wijzen door de pijl op de ketting in dezelfde richting te
laten wijzen als de afbeelding op de kap (22) van het
kettingwiel, zoals wordt getoond in afbeelding A9.
Volg de instructies voor "Het zwaard en de zaagketting
u
plaatsen".
Een vervangende ketting en een vervangend zwaard zijn
u
verkrijgbaar bij het BLACK+DECKER-servicecentrum bij u
in de buurt.
De zaag vervoeren (Afb. A10)
Neem altijd de accu uit het gereedschap en bedek
u
het zwaard (10) met de kap (12) van het zwaard zie
afbeelding A10, wanneer u de zaag vervoert.
Hulpstukken van de kettingzaag plaatsen en verwi-
jderen. (afb A11)
U kunt een hulpstuk of de verlengde stang op de
u
basis-unit (1) plaatsen, door het hulpstuk/de stang tegen
over het motorhuis te houden, zoals wordt getoond in
afbeelding A11.
Duw het hulpstuk of de verlengde stang stevig op de
u
basis-unit tot dit/deze hoorbaar op z'n plaats klikt.
Opmerking: Hulpstukken passen op dezelfde wijze op de
verlengde stang als op de basis-unit.
Opmerking: Voor de basisstand moet de beschermkap
(8) rechtop staan. Druk op de vergrendelknop (9) van de
beschermkap en til de beschermkap op z'n plaats, zoals wordt
getoond in afbeelding A12.
Voor de stand met de verlengde stang moet de beschermkap
(8) voor de terugslag in de opgeborgen positie zijn. Druk op
de vergrendelknop (9) van de beschermkap en breng de
beschermkap omlaag op z'n plaats, zoals wordt getoond in
afbeelding A12.
Controleer dat het hulpstuk stevig op de basis-unit of de
u
verlengde stang is bevestigd, door voorzichtig te proberen
het los te trekken. Het hulpstuk of de verlengde stang
moet dan blijven zitten.
U kunt een hulpstuk of de verlengde stang losnemen
u
door op de vrijgaveknop (7) of (19) die zich opzij van de
hulpstuk of de verlengde stang bevindt, te drukken en het
hulpstuk of de verlengde stang van de basis-unit of de
verlengde stang los te trekken.
Opmerking: Gebruik alleen hulpstukken die speciaal
ontworpen zijn voor en geschikt zijn voor het motorhuis.
Juiste handpositie (afb. A13, A14)
Basisstand: Voor een juiste positie van de handen zet u
één hand op de beugelhandgreep (3) en de andere op de
hoofdhandgreep (2).
(Vertaling van de originele instructies)
Stand met de verlengde stang: U kunt werken met de ene
hand op de hoofdhandgreep (2) en uw andere hand op de
greep (18) voor de verlengde stang.
Inschakelen (afb. A13)
Duw de schakelaar voor vergrendeling in de uit-stand (5)
u
omlaag. Knijp de beugelhandgreep (3) in en vervolgens
de AAN/UIT-schakelaar (2) in. U kunt de knop voor
vergrendeling in de uit-stand loslaten zodra het apparaat
in werking is. Hoe verder u de AAN/UIT-schakelaar
indrukt, des te sneller werkt de basis-unit.
Het gereedschap blijft alleen lopen als u zowel de
u
beugelhandgreep als de AAN/UIT-schakelaar ingeknepen
houdt. U kunt het gereedschap uitschakelen door de AAN/
UIT-schakelaar of de beugelhandgreep los te laten.
Stand Verlengd bereik/Verlengde stang
Duw de schakelaar voor vergrendeling in de uit-stand (5)
u
omlaag. Pak de greep (18) op de verlengde stang vast en
knijp vervolgens de AAN/UIT-schakelaar (2) in.
U kunt de knop voor vergrendeling in de uit-stand loslaten
u
zodra het apparaat in werking is. Hoe verder u de AAN/
UIT-schakelaar indrukt, des te sneller werkt de basis-unit.
Het gereedschap blijft alleen lopen als u de AAN/UIT-
u
schakelaar ingeknepen houdt. U kunt het gereedschap
uitschakelen door de AAN/UIT-schakelaar los te laten.
Opmerking: Als u te veel druk uitgeoefend tijdens het zagen,
schakelt de zaag zichzelf uit. U kunt de zaag opnieuw starten
door de AAN/UIT-schakelaar (1) los te laten en vervolgens
weer in te knijpen.
Begin een nieuwe zaagsnede maar nu met minder kracht.
Laat de zaag op z'n eigen snelheid werken.
Werken in de basisstand trimmen / snoeien Veel-
gebruikte kniptechnieken (afb. A15, A16, A17, A18,
A19, A20)
Vellen
Het proces van het omzagen van een boom. Het is belangrijk
dat de accu volledig is opgeladen zodat u een boom op één
enkele lading kunt omzagen. Zaag niet bomen om wanneer
het hard waait.
Plan een uitwijkroute en maak die vrij voordat u met zagen
u
begint. Een uitwijkroute moet zich uitstrekken tot achter en
opzij van de verwachte vallijn, zie afbeelding A15.
Voordat u met omzagen begint moet u de natuurlijke vorm
u
van de boom bekijken, de plaats van de grotere takken
en de windrichting, zodat u kunt beoordelen in welke
richting de boom zal vallen. Houd wiggen (hout, kunststof
of aluminium) en een zware houten hamer in gereedheid.
Verwijder vuil, stenen, losse schors, spijkers, nagels en
draad van de boom waar u de zaagsneden gaat maken.
Inkeping zagen - Maak een inkeping tot op 1/3 van de
u
diameter van der Boom, haaks op de voorlichting. Zaag
de lagere horizontale inkeping eerst.
NEDERLANDS
67