22. overtuig er u van, dat de handen van uw kind zich niet in de omgeving van
vouwbare delen bevindt, om te verhinderen, dat deze worden gekneusd,
wanneer u de kinderwagen of afzonderlijke delen daarvan open- of
samenvouwt of andere veranderingen uitvoert.
23. Het maximum beladinggewicht voor de korf bedraagt 3 kg.
24. Neem de kinderwagen om deze te dragen niet vast met de duwstang /
omklapbare duwstang.
25. Bij het instappen in de kinderwagen in geen geval op de voetensteunen
stappen.
26. Gebruik geen extra opstapvlak aan de kinderwagen (bijv. Kiddy – Board).
27. WAARSCHUWING: De rechte zitpositie is niet geschikt voor kinderen van
minder dan 6 maanden.
28. WAARSCHUWING: Voor gebruik dient gecontroleerd te worden, dat het
kinderwagenelement of de zitunit correct is vergrendeld.
DEzE kINDERWAGEN StEMt oVEREEN MEt DE StANDAARD DIN
EN 1888 2003: 06 + A1 2005-08 + A2 2005-08 + A3 2005-08.
MoNtAGE- EN GEBRUIkSAANWIjzING
1. HET OPSTELLEN (Afb. 1)
Maak de transportveiligheid los.
2. HET OPENVOUWEN (Afb. 2)
Vouw de kinderwagen open tot de vergrendelingen aan beide zijden correct zijn vergrendeld.
3. HET MONTEREN VAN DE ACHTERWIELEN (Afb. 3a, 3b, 3c)
3a. Schuif de beide plastic bevestigingsinrichtingen van de achterassen gelijktijdig op de
achterste onderstelbenen tot deze aan de achterste onderstelbenen zijn vergrendeld. overtuig
er u van, dat de bevestigingsinrichtingen veilig aan de onderstelbenen zijn vergrendeld.
3b. Schuif de assen van de achterwielen in de behuizing van de achterwielrem tot u bij het
vergrendelen van de metalen klemmen in de assleuven een klikken hoort. Probeer om de
achterassen uit te trekken, om te vrijwaren, dat deze correct zijn vergrendeld.
om een achterwiel van de as af te nemen, maakt u de vergrendeling op de achteras los en trekt
u het wiel af van de as (3c).
4. HET MONTEREN VAN HET VOORWIEL (Afb. 4a, 4b)
Trek eerst de 2 plastic houders inclusief de as van de voorwielvork af (4a), schuif het voorwiel op
de vooras en schuif dan de 2 plastic houders inclusief as en wiel weer op de voorwielvork (4b).
zorg ervoor, dat de plastic houders correct vergrendelen en daardoor niet meer onopzettelijk
kunnen loskomen. om het wiel te wisselen, handelt u in omgekeerde volgorde.
5. HET INSTELLEN VAN HET VOORWIEL (Afb. 5)
om het voorwiel te kunnen zwenken, ontgrendelt u de vergrendeling en u vergrendelt de
vergrendeling indien het voorwiel geen zwenkbeweging meer mag uitvoeren.
6. REM (Afb. 6)
trap op beide remmen, om de achterwielen te vergrendelen en probeer om de kinderwagen
voort te duwen, om te vrijwaren, dat de remmen goed zijn geblokkeerd.
Let op: Druk steeds op beide remmen wanneer u de kinderwagen parkeert.
7. HET INSTELLEN VAN DE RUGLEUNING (Afb. 7a, 7b)
De rugleuning wordt met de trekriem en de bijbehorende gesp versteld, die zich aan de
achterzijde van het zitkussen bevinden. zo kan de neiging van de rugleuning individueel worden
ingesteld. trek aan de trekriem terwijl u de gesp vasthoudt en breng de rugleuning dan in
zitpositie. om de rugleuning in liggende positie te brengen drukt u op de knop van de gesp en
trekt u de gesp daarbij naar onder.
8. HET INSTELLEN VAN DE VOETENSTEUN (Afb. 8)
Druk op beide (links en rechts) knoppen, om de voetensteun in de gewenste positie te
brengen.
9. HET INSTELLEN VAN DE DUWSTANG (Afb. 9)
Druk op beide (links en rechts) knoppen aan de duwstang, om de duwstang in de gewenste
hoogte te brengen.
10. HET MONTEREN VAN DE FRONTBEUGEL (Afb. 10a, 10b)
Monteer de frontbeugel direct onder de sluitgrendel door de frontbeugel in de houders aan
het onderstel te steken (10a). Van zodra u een klikken hoort, is de frontbeugel veilig op het
onderstel vergrendeld. Probeer de frontbeugel van het onderstel af te trekken, om te vrijwaren,
dat hij veilig is vergrendeld. om de frontbeugel te verwijderen, drukt u op de knoppen onderaan
en trekt u de beugel af van het onderstel (10b).
NL
13