11. HET MONTEREN VAN DE KAP (Afb. 11)
NL
Schuif de plastic bevestigingselementen van de kap op de verankeringen boven de sluitgrendels
aan beide zijden van de kinderwagen.
12. HET SAMENVOUWEN (Afb. 12):
zorg er steeds voor, dat de rugleuning zich in liggende positie bevindt. Vouw de kap naar
achteren. Breng de voetensteun in de laagste positie. trek aan de hendels links en rechts om te
ontgrendelen gelijktijdig naar boven en druk dan de duwstang naar onder om de kinderwagen
samen te vouwen. Vergrendel dan de transportveiligheid aan de zijkant van het onderstel.
13. BEVEILIGING VAN HET KIND IN HET ZITJE (Afb. 13):
zet het kind in het zitje en doe het de schoudergordels en de bekkengordel om, sluit de gesp
van de kruisgordel (de gordel, die tussen de beentjes van het kind wordt doorgeleid). Stel de
lengte van de gordels passend in voor uw kind. overtuig er u steeds van, dat de gordelriempjes
niet verdraaid zijn en niet aan het onderstel van de kinderwagen zijn vastgehaakt. Controleer de
correcte instelling telkens, wanneer u het kind in het zitje zet. om de gordels los te maken drukt
u op de gordelgesp en opent u deze.
Aanpassing van het gordelsysteem: Schuif beide sluitingen (B) in de gordelgesp (A) en zorg ervoor,
dat beide knoppen met een klik vergrendelen. Controleer, dat beide schoudergordelriempjes
(C) aan de sluitingen zijn bevestigd (B). Elk gordelriempje bezit een eigen instelinrichting,
om de lengte individueel te kunnen instellen (D). Om het gordelsysteem los te maken drukt
u op de knop. Voor de uitrusting van de kinderwagen met een vijfpuntsgordel zijn er D-ringen
voorhanden. De bevestigingsdelen (D-ringen) bevinden zich aan de bekkengordel.
WAARSCHUWING: (U bent verantwoordelijk voor de veiligheid van uw kind.) Het kind moet
steeds de gordel omhebben en mag nooit zonder toezicht achterblijven. Het kind mag niet in
de omgeving van bewegende delen terechtkomen, terwijl u veranderingen aan de kinderwagen
uitvoert. Deze kinderwagen moet regelmatig door de gebruiker worden onderhouden.
Let op: om zware letsels door ondeskundige omgang met de kinderwagen te vermijden dient
u de gordels steeds conform de voorschriften te gebruiken. Gebruik het gordelsysteem nooit
zonder schoudergordels.
14. HET INSTELLEN VAN DE SCHOUDERGORDELS (Afb. 14)
Bij deze kinderwagen kunnen de schoudergordels op 2 verschillende hoogtes aan de
rugleuning worden aangebracht. Bevestig de schoudergordels in de sleuven, die ongeveer op
schouderhoogte van uw kind liggen.
oPtIoNELE SPECIALE UItRUStING – SHoP'N DRIVE SYStEEM:
Deze kinderwagen kan zo ingesteld worden, dat onze hauck zero Plus® autokinderzetel er op
kan worden aangebracht. Gelieve om de autokinderzetel op de kinderwagen aan te brengen, de
volgende stappen uit te voeren:
A. klap de bevestigingshaken, die zich aan beide zijden op de plastic scharnieren bevinden, naar
boven (afbeelding A).
B. ontgrendel de rugleuning van de kinderwagen en breng deze in de onderste liggende positie.
Zet de Zero Plus® autokinderzetel op de frontbeugel van de kinderwagen (afbeelding B).
C. Druk de zero Plus® autokinderzetel naar onder, tot u op de linker en de rechterzijde een klik
hoort (afbeeldingen C1, C2). Trek de autokinderzetel voorzichtig naar boven, om te controleren,
dat de zetel correct is vergrendeld.
D. om de autokinderzetel te verwijderen, dient u de bevestigingshaken te ontgrendelen. Druk
daarvoor de linker en rechter hendel, die zich aan de onderzijde van de autokinderzetel
bevinden, naar boven (afbeelding D1). Neem dan de autokinderzetel naar boven af (afbeelding
D2), klap de bevestigingshaken naar onder en laat deze weer in de houders zakken (afbeelding
D3).
14