NEDERLANDS
C.
Kies een "Security Mode" in het afrolmenu.
NB:
We raden u aan om uw netwerk te beveiligen met "Auto (WPA of WPA2)". U maakt dan gebruik
van het hoogste beveiligingsniveau (WPA2), dat bovendien neerwaarts compatibel is met cliënten
die alleen over WPA beschikken.
D.
Kies een "WPA Encryption" in het afrolmenu.
NB:
We raden u aan om "TKIP+AES" encryptie te selecteren. U maakt dan gebruik van het hoogste
encryptieniveau (AES), dat bovendien neerwaarts compatibel is met cliënten die alleen over TKIP
beschikken.
E.
Geef de beveiligingssleutel (encryption key) in bij "Pre-shared Key" (Vooraf gedeelde sleutel).
F.
Klik op "Apply" (Toepassen) om de gewijzigde beveiligingsinstellingen op te slaan.
NB:
Onthoud de door u ingegeven beveiligingsinformatie goed, of noteer deze ergens. U heeft deze
informatie nodig wanneer u een computer of andere cliënt draadloos wilt verbinden met de
C150APRA2.
U kunt nu gebruikmaken van de zojuist gemaakte instellingen om uw draadloze cliënt(en) met de
C150APRA2 te verbinden zoals beschreven in paragraaf 6.1 en paragraaf 6.2.
20