Technische gegevens
Vermogen:
max. 100 Watt/E 27 of max. 2 x 40 W/G9 (L 260 / 261 S: G9)
Spanning:
230 – 240 V, 50 Hz
Registratiehoek:
240° met 180° openingshoek
Reikwijdte van de sensor:
max. 12 m
Tijdsinstelling:
5 sec. – 15 min.
Schemerinstelling:
2 – 2000 lux
Lichtsterkteregeling:
0 – 50% (Watt-o-matic)
(L 262 S – 265 S)
Permanente verlichting:
Instelbaar (4 uur)
Voorwaarde: aangesloten schakelaar in stroomkabel
Bescherming:
IP 44
Temperatuurbereik:
- 20° C tot + 50° C
Functies
,
,
Nadat de sensoreenheid gemonteerd en de netaan-
sluiting uitgevoerd is, kan de sensorlamp in gebruik
worden genomen.
Schemerinstelling
(drempelwaarde)
(instelling af fabriek:
daglichtstand 2000 lux)
Uitschakelvertraging
(tijdsinstelling)
(instelling af fabriek: 5 sec.)
L 262 – L 265 S:
Lichtsterkteregeling
(Watt-o-matic)
(instelling af fabriek:
dimmer uit: 0%)
De drempelwaarde van de sensor kan traploos van
2 – 2000 lux worden ingesteld.
Stelknop op
gezet = daglichtstand
ca. 2000 lux.
Stelknop op
gezet = nachtstand
ca. 2 lux. Voor de instelling van het registratiebereik
bij daglicht moet de stelknop op
(daglichtstand)
worden gezet.
De brandduur van de lamp kan traploos van
5 sec. tot 15 min. worden ingesteld.
Stelknop op – gezet = kortste tijd
Stelknop op + gezet = langste tijd (15 min.)
Bij de instelling van het registratiebereik wordt
geadviseerd om de kortste tijd – te kiezen.
Het lichtvermogen van de lamp kan tot max. 50 % als
permanente verlichting traploos worden ingesteld.
D.w.z.: Pas bij een beweging in het registratiebereik
van de sensor wordt het licht van bijv. 20 Watt per-
manente verlichting op het maximale lichtvermogen
overgeschakeld.
PK Elektronik Vertriebs GmbH, E-Mail: info@pkelektronik.com, Internet: www.pkelektronik.com
- 18 -
Permanente verlichting
Als er een netschakelaar in de kabel gemonteerd
wordt, zijn naast het eenvoudige in- en uitschakelen
ook de volgende functies mogelijk:
Sensormodus
1) Licht inschakelen (indien lamp UIT):
Schakelaar 1 x UIT en AAN.
De lamp blijft gedurende de ingestelde tijd aan.
2) Licht uitschakelen (indien lamp AAN):
Schakelaar 1 x UIT en AAN.
De lamp gaat uit resp. schakelt over op sensormodus.
Soft-lightstartfunctie
De sensorlamp is uitgerust met een soft-lightstart-
functie. Dat betekent, dat het licht bij inschakeling
niet meteen naar het maximale vermogen gaat, maar
dat de lichtsterkte binnen een seconde langzaam
Reikwijdteinstelling/afstelling
Bij een montagehoogte van 2 m bedraagt de maxi-
male reikwijdte van de sensor 12 m. Indien anders
gewenst kan het registratiebereik worden aangepast.
Met de meegeleverde afdekplaatjes kunnen zoveel
lenssegmenten als gewenst worden afgedekt, resp.
de reikwijdte individueel worden verkort. Daardoor
worden foutieve schakelingen door bijv. auto's, voet-
gangers enz. uitgesloten of plaatsen gericht bewaakt.
De afdekplaatjes kunnen langs de inkepingen verti-
Gebruik/onderhoud
De sensorlamp is geschikt voor het automatisch
inschakelen van licht. Weersinvloeden kunnen de
werking van de sensorlamp beïnvloeden, bij hevige
windvlagen, sneeuw, regen en hagel kan het tot
foutieve schakelingen komen, omdat de plotselinge
temperatuurswisselingen niet van warmtebronnen
onderscheiden kunnen worden. De registratielens
kan bij vervuiling met een vochtige doek (zonder
reinigingsmiddel) worden schoongemaakt.
Conformiteitsverklaring
Dit product voldoet aan de
- laagspanningsrichtlijn 2006/95/EG
- EMC-richtlijn 2004/108/EG
Permanente verlichting
1) Permanente verlichting inschakelen:
Schakelaar 2 x UIT en AAN. De lamp schakelt gedu-
rende 4 uur over op permanente verlichting (rode LED
achter de lens brandt). Vervolgens schakelt de lamp
automatisch weer over op sensormodus (rode LED uit).
2) Permanente verlichting uitschakelen:
Schakelaar 1 x UIT en AAN. De lamp gaat uit resp.
schakelt over op sensormodus.
Belangrijk:
Het meerdere malen op de schakelaar drukken moet
snel achter elkaar gebeuren (ca. 0,5 – 1 sec.).
wordt verhoogd naar 100%. Volgens dit principe
wordt het licht bij het uitschakelen ook weer lang-
zaam gedimd.
caal en horizontaal worden afgebroken of met een
schaar worden doorgeknipt. Na het verwijderen van
de bevestigingsring kunnen deze boven in de sen-
sorlens worden gehangen. De bevestigingsring moet
daarna weer worden geplaatst om de afdekplaatjes te
fixeren.
Door de sensorbehuizing met ca. 80°
te draaien
kan een fijnafstelling worden uitgevoerd.
Opgelet! (L 260 / L 261 S)
RVS-delen moeten regelmatig (ca. eens per 3 maan-
den) met een normaal in de handel verkrijgbaar RVS-
reinigingsmiddel worden gereinigd. Anders
kan er corrosie op het oppervlak (roestlaagje)
ontstaan. Het reinigingsmiddel dient in de
borstelrichting van het edelstaal wordt
aangebracht. Gebruik geen chloorhou-
dende schoonmaakmiddelen!
- 19 -