WAARSCHUWING:
STOPCONTACT VOORDAT U ONDERHOUD UITVOERT.
1) Houd alle veiligheidsvoorzieningen, ventilatieopeningen en het motorhuis vrij van vuil en stof.
Gebruik een zachte, droge borstel om het apparaat regelmatig te reinigen.
2) Verwijder na elk gebruik al het vuil uit de verzameltank. Laat het apparaat drogen voordat u
de motorkop vervangt. Gebruik geen reinigingsmiddelen of oplosmiddelen, omdat deze het
apparaat kunnen beschadigen.
3) Controleer de slang, de hulpstukken en het netsnoer om te controleren of deze niet zijn
beschadigd of vuil de luchtstroom blokkeert.
1. Het patroonfilter reinigen
Verwijder het filter en reinig het door er zachtjes mee te tikken of vuil met een borstel te
verwijderen. Voor optimale prestaties wordt aanbevolen om het oude filter regelmatig te vervangen
door een nieuw filter.
2. Het schuimfilter reinigen
Verwijder het schuimfilter en gebruik een oplossing van milde zeep en water om het te reinigen en
spoel het daarna met schoon water (fig. 11). Laat het luchtfilter aan de lucht drogen voordat u het
installeert en opnieuw gebruikt.
ONDERHOUD
HAAL DE STEKKER VAN HET NETSNOER UIT HET
61
NL