parameters die nodig zijn voor de aansluiting zowel op de computer als
op de Oview zijn ingesteld.
6.1 – EEN WERKSESSIE BEGINNEN
Om een werksessie te beginnen moet u de software starten; door dit
te doen wordt de Home page weergegeven (afb. 4). Op dit scherm
staan verschillende pictogrammen die toegang geven tot de verschil-
lende zones:
1 - "Inrichtingen" (paragraaf 6.2) – Zone die gewijd is aan de specifie-
ke functies van de besturingseenheden en van de ontvangers die
aangesloten zijn via BusT4;
2 - "Installaties" (paragraaf 6.3) – Zone die gewijd is aan het beheer
van de installaties;
3 - "Gebruikersconsole" (paragraaf 6.5) – Functie die gebruikt kan
worden voor het besturen van alle automatiseringen van een instal-
latie;
4 - "Toegang op afstand" (paragraaf 6.6) – Zone voor de activering
van de afstandsverbinding, van het type Gsm/Gprs, tussen de soft-
ware en de Oview (als hierop de module OVBTGSM aanwezig is);
5 - "Instellingen" (paragraaf 6.4) – Zone die gewijd is aan het beheer
van de specifieke instelparameters van de software;
6 - "Afsluiten" – Om de werksessie te beëindigen en de software af te
sluiten.
Om toegang tot deze onderwerpen te krijgen, dient u op het gewenste
pictogram te klikken en te werk te gaan zoals in de betreffende para-
grafen wordt beschreven.
De volgende schermen die voor elk onderwerp verschijnen zijn in vier
zones onderverdeeld (afb. 5):
(a) – "Besturingspaneel": zone met algemene gegevens van de aan-
gesloten inrichting en de besturingstoetsen;
(b) – "Functiemenu": zone die een lijst bevat met de functies die geïm-
plementeerd worden door een bepaalde aangesloten inrichting.
(c) – Algemene zone met gedetailleerde informatie met betrekking tot
bepaalde functies.
(d) – Navigatiebalk.
10 – Nederlands
5
(b)
6.2 – Zone "INRICHTINGEN"
Deze thematische zone dient voor het beheer (besturing, programme-
ring, diagnostiek, onderhoud etc.) van besturingseenheden en ontvan-
gers. Om toegang tot deze zone te krijgen, gaat u als volgt te werk:
01. In de Home page (afb. 4) klikt u op het pictogram "Inrichtingen".
02. Er verschijnt een eerste scherm "Lijst met inrichtingen" (afb. 6)
waarin alle aangesloten inrichtingen worden weergegeven, inclu-
sief de Oview programmeereenheid die wordt beheerd als een wil-
lekeurige andere inrichting.
De inrichtingen worden weergegeven als pictogrammen, elk met
een ander symbool op basis van het type inrichting. Onder elk pic-
togram is de naam van de inrichting vermeld.
6
(a)
(c)
(d)