3 TESTPROCEDURE: ASTM D4940
3.1 VOORDAT U BEGINT
1
Kalibreer de geleidingsmeter, zie Sectie 4.6 en 4.7 op pagina
nl-8 en nl-12.
2
Bepaal de constante van de geleidingsmeter-sensorcel, zie
Sectie 3.2 hieronder.
3
Spoel de bekers, roerstaafjes en trechter af met
gedemineraliseerd water tot het spoelwater een
geleidbaarheidwaarde aangeeft van 5 μS/cm of lager.
Meet de geleiding van het spoelwater met de Elcometer 138E
geleidingsmeter, zie Sectie 4.9 op pagina nl-14.
4
Aangezien de test gevoelig is, is het raadzaam om schone
handschoenen van latex of nitril te dragen gedurende de
testprocedure om kruisbesmetting te voorkomen.
3.2 DE CONSTANTE (K ) VAN DE SENSORCEL BEPALEN
De constante van de geleidingsmeter-sensorcel moet u met
onderstaande procedure regelmatig bepalen en controleren.
Hiervoor kunt u de Elcometer 138E geleidingsmeter en standaard
1413 μS/cm (1,413 mS/cm) kalibratieoplossing uit de kit gebruiken.
1
Meet de geleiding van de standaard kalibratieoplossing met de
Elcometer 138E geleidingsmeter bij een temperatuur van 25 °C
(77 °F), zie Sectie 4.9 op pagina nl-14.
Spoel de sensorcel verschillende keren met de te meten oplossing voordat u
de meting verricht.
2
Bereken de constante (K ) van de sensorcel met de volgende
formule:
K = (C / C )
25
s
waarbij:
K
=
constante van de geleidingssensorcel
25
C
=
gemeten geleiding van de standaard kalibratieoplossing
m
C
=
specifieke geleiding van de standaard kalibratieoplossing
s
(1413 μS/cm indien u de meegeleverde standaard kalibratieoplossing gebruikt.)
Opmerking: U kunt uw eigen kaliumchlorideoplossing gebruiken in plaats van de
meegeleverde standaard kalibratieoplossing. Raadpleeg de ASTM
standaard voor meer informatie.
b
Extra flesjes kalibratieoplossing zijn verkrijgbaar bij Elcometer of uw lokale Elcometer-leverancier, zie
Sectie 8.1 'Elcometer 138E kalibratieoplossingen' op pagina nl-17.
nl-3
R
25
25
m
b
www.elcometer.com