Volgelaatsmasker aanbrengen
AANWIJZING
De afdichting tussen hoofd en volgelaatsmasker moet vrij zijn van haren
en storende voorwerpen, omdat daardoor lekkages kunnen ontstaan.
Brildragers moeten een maskerbril gebruiken.
1)
Evt. maskerbril inbouwen
.
Bandenstelsel voor het hoofd tot de aanslag openen.
AANWIJZING
Bij extreem lage temperaturen moet de drager bij het opzetten kort de
adem inhouden. Zo wordt voorkomen dat het volgelaatsmasker beslaat.
Volgelaatsmasker uit de opslaglocatie halen.
Bandenstelsel uitleggen en kin
in de holte voor de kin plaatsen.
Bandenstelsel voor het hoofd
over het hoofd trekken en naar
achteren schuiven.
Volgelaatsmasker op z'n plaats
duwen.
Eerst de banden bij de nek, dan
de banden bij de slapen en
tenslotte de band over het voor-
hoofd gelijkmatig strak trekken.
Afdichting controleren
AANWIJZING
Bij gebruik van Pad-deeltjesfilters uitsluitend de overdrukcontrole
uitvoeren, omdat de Pad-kap het gasfilter, danwel de Padplaat niet
luchtdicht afsluit.
Onderdrukcontrole
Beide adembeschermende
filters met de handen of een
hulpmiddel ( bijv. een bijna gelijk-
vormig stuk karton) dichthouden
en inadem, tot er onderdruk ont-
staat. Even de adem inhouden.
De onderdruk moet gehand-
haafd blijven, anders banden-
stelsel natrekken.
Overdrukcontrole
Uitademventiel van het volge-
laatsmasker dichthouden en
stevig uitademen. Volgelaats-
masker mag niet van het gezicht
loskomen. Als er ademlucht via
de afdichting wegstroomt, het
bandenstelsel aantrekken.
WAARSCHUWING
Altijd met dicht volgelaatsmasker en ingebouwde ademfilters de gevaren-
zone betreden.
Als de deugdelijkheid van het masker door in de gevarenzone heersende
invloeden geschaad wordt, dient men de gevarenzone terstond te
verlaten.
Extreme gebruikscondities
Bij lage temperaturen: De voorzetruit aan de binnenkant met helderzicht-
middel "klar-pilot" gel tegen beslaan beschermen
Bij hoge temperaturen: Bij beschadiging van de voorzetruit terstond de
gevaarlijke zone verlaten.
In omgeving met Ex-gevaar: Volgelaatsmasker inclusief adembescher-
mend filter behandelen met antistatische spray.
1) Volg de bijbehorende montage-instructies op.
2) Volg de bijbehorende gebruiksaanwijzing op.
Na gebruik
Beide adembeschermende filters uitnemen en weggooien
Masker afzetten: Wijsvinger
achter de blokjes van de nekban-
den steken, met de duim de
gespen naar voren duwen en
tegelijkertijd het volgelaats-
masker van het gezicht weg over
het hoofd trekken. Daarbij niet
aan de ademaansluiting trekken.
Reinigen, desinfecteren en drogen
Volgelaatsmasker na elk gebruik reinigen en desinfecteren.
Te hoge dosering en te lange inwerktijden kunnen het masker schade
toebrengen.
Voor het reinigen geen oplosmiddelen zoals aceton, alcohol o.i.d.
gebruiken. Uitsluitend de genoemde middelen voor reiniging en desin-
fectie gebruiken.
Volgelaatsmasker schoonmaken met water waaraan het universele
schoonmaakmiddel Sekusept Cleaner
0,5 - 1,0 %) en een doek, direct daarna het reinigingsmiddel met stro-
mend water volledig verwijderen.
Volgelaatsmasker 15 minuten in het desinfectiebad met het desinfectie-
middel Incidur
tiemiddel met stromend water volledig verwijderen.
In de droogkast of aan de lucht volledig laten drogen. Temperatuur
max. 60
Machinale reiniging en desinfectie met Eltra
90 21 380.
Lekkagecontroles
Masker na elk gebruik resp. na iedere onderhoudsbeurt en ook na repara-
tie controleren.
Testapparaat en accessoires: Dräger Testor 2100, 2 x Bajonetaansluiting
(AG 02 460), stoppen voor het uitademventiel(R 53 349).
(1) Controle op lekkage
Ventielschijf en uitademventiel met water bevochtigen.
Volgelaatsmasker op de testkop monteren.
Verzeker u ervan dat de afdichting overal tegen de testkop aanligt.
Testkop eventueel opblazen.
Aansluitstukken met bajonetaansluitingen dichtmaken en een onderdruk
van 10 mbar creëren.
Het volgelaatsmasker wordt als dicht beschouwd als het drukverlies
minder is dan 1 mbar/min. Wanneer het volgelaatsmasker niet dicht is,
volgt (2).
(2) Controle met dicht uitademventiel
Uitademventielschijf demonteren.
De teststop voor het uitademventiel insteken, tot hij vastklikt.
10 mbar onderdruk opwekken.
Als het drukverlies kleiner is dan 1 mbar/min, teststop voor het uitadem-
ventiel verwijderen en nieuwe ventielschijf inzetten.
Afdichtingscontrole (1) herhalen. Wanneer het volgelaatsmasker niet
dicht is, volgt (3).
(3) Controle op lekkage onder water
Testkop inclusief volgelaatsmasker met teststoppen voor het uitademven-
tiel in water onderdompelen.
Ca. 10 mbar overdruk opwekken.
Testkop langzaam draaien onder de waterspiegel. Ontsnappende lucht-
bellen wijzen de lekkende plekken aan.
Testkop met volgelaatsmasker uit het water halen, volgelaatsmasker in
vorm brengen, lekkende onderdelen vervangen.
Teststop voor uitademventiel verwijderen en uitademventiel bevestigen.
2)
.
Afdichtingscontrole (1) herhalen.
Na de controle
Bajonetsluitingen verwijderen.
Masker van de testkop halen en eventueel drogen.
Beschermkap aanbrengen; deze moet vastklikken.
VOORZICHTIG
2)
toegevoegd is (oplossing van
2)
(oplossing van 2 %) leggenen direct daarna het desinfec-
o
C. Niet blootstellen aan direct zonlicht.
®
1)
.
volgens gebruiksaanwijzing
21