Aansluitingen zonder solderen
• Sluit geen bedrading met blootliggende
geleiderkern aan op de stroomaansluitingen van
deze versterker (spanningsaansluitpunt, GND
aardeaansluiting, aansluiting voor
systeemafstandsbediening). Als de blootliggende
geleiderkern van een dergelijke draad los raakt of
breekt, zou dit kunnen leiden tot kortsluiting of
brand.
• Omdat de draad na verloop van tijd los zal komen
te zitten, moet u deze regelmatig controleren en
indien nodig opnieuw vastzetten.
• Zet de uiteinden van de draadjes niet vast door ze
te solderen of af te binden.
• Let er bij het vastdraaien op dat u de draad niet
met de isolatie vastklemt.
• Gebruik de meegeleverde inbussleutel om de
schroef van de versterkeraansluiting vast of los te
draaien. Zet de draad goed vast met de schroef
van de aansluiting. Omdat echter te vast
aandraaien van de aansluitingsschroef voor de
systeemafstandsbediening het risico met zich
meebrengt dat de draad beschadigd raakt, moet u
de draad bij het vastdraaien goed in de gaten
houden en voorzichtig zijn dat u de schroef niet te
vast aandraait.
Aansluiten van het
spanningsaansluitpunt
• We raden u aan de speciale, los verkrijgbare, rode
accudraad en aardedraad [RD-228] te gebruiken.
Verbind het accudraad direct met de positieve
pool (+) van de autoaccu en het aardedraad met
het chassis van de auto.
• De aanbevolen maten voor de draden (AWG:
American Wire Gauge) zijn als volgt. De
accudraad en de aarddraad moeten allemaal
dezelfde maat hebben.
• Gebruik draad van 10 AWG tot 20 AWG voor de
draad voor de systeemafstandsbediening.
Maat voor de accudraad en de aarddraad
Draadlengte
minder dan
4,5 m
Draadmaat
8 AWG
minder dan
minder dan
7,2 m
11,4 m
6 AWG
4 AWG
1. Trek het accudraad van het
motorgedeelte naar de cabine van
de auto.
• Sluit, nadat alle andere aansluitingen op de
versterker zijn gemaakt, het accusnoer-
aansluitpunt van de versterker aan op het
positieve aansluitpunt (+) van de accu.
Positieve
aansluiting (+)
Zekering (40 A) × 2
Steek het rubberen O-vormige
doorvoerbuisje in de carrosserie
van de auto.
2. Sluit de draden aan.
• Zet de draden stevig met de schroeven van de
aansluitingen vast.
Aansluiting voor
systeemafstandsbediening
Spannings-
aansluitpunt
(POWER)
Accudraad
WAARSCHUWING
Als de accudraad niet goed wordt bevestigd aan het
aansluitpunt met behulp van de schroef, kan het
aansluitpunt oververhit raken, hetgeen kan leiden tot
schade en letsel, met inbegrip van lichte
brandwonden.
Interieur van
Motor-
het voertuig
compartiment
Boor een gat
van 13 mm in
de carrosserie
van de auto.
Aansluitpuntschroeven
GND aarde-
aansluiting
Aardingssnoer
Draad voor
systeemafstands-
bediening
8