6. Functie-instellingen
D
B
K
2
4
nl
2
10
G
L
9
3
6
Fig. 6-4
6.5. Stand voor afzonderlijke instellingen 2
(Fig. 6-4, Fig. 6-5)
1) Omschakelen naar de stand voor afzonderlijke
instellingen 2
Houd na het omschakelen naar de stand voor
functie-instellingen (6.1.) de toets
rende 5 seconden ingedrukt.
• Het patroonnummer K gaat knipperen.
2) Instelling van horizontale luchtstroomrichting
(De fabrieksinstelling is 01.)
1. Druk op de toets
• De instelling van de horizontale luchtstro-
omrichting G gaat knipperen.
2. Druk op de toets
D te selecteren.
Instelling van horizontale
luchtstroomrichting G
(uitgeschakeld)
(ingeschakeld)
* Als de instelling onjuist is, drukt u op de toets
6 en herhaalt u de procedure vanaf
stap 1.
3) Instelling van directe/indirecte luchtstroom (De
fabrieksinstelling is 02.)
1. Druk op de toets
• Instelling van directe/indirecte luchtstroom
L gaat knipperen.
2. Druk op de toets
mer D in te stellen
Instelling van directe/indirecte
luchtstroom L
Geen weergave (uitgeschakeld)
(ingeschakeld)
* Als de instelling onjuist is, drukt u op de toets
6 en herhaalt u de procedure vanaf
stap 1.
4) Instelling van Week-timer (De fabrieksinstel-
ling is 02.)
1. Druk op de toets
• De Week-timer
2. Druk op de toets
mer
in te stellen.
D
Instelling van Week-timer B
Geen weergave (uitgeschakeld)
(ingeschakeld)
* Als de instelling onjuist is, drukt u op de toets
6 en herhaalt u de procedure vanaf
stap 1.
2 gedu-
9.
4 om het instellingsnummer
Instellingsnummer D
01
02
3.
4 om het instellingsnum-
Instellingsnummer D
01
02
2.
gaat knipperen.
B
4 om het instellingsnum-
Instellingsnummer D
01
02