wanneer de zaagketting terugschiet als u deze 3 mm van
het zwaard (13) wegtrekt, wanneer u met de middelvinger
en de duim wat kracht uitoefent, zoals in afbeelding B4
wordt getoond. De ketting mag aan de onderzijde van
het zwaard niet doorhangen, zoals wordt getoond in
Afbeelding B5.
U kunt de spanning van de zaag afstellen door de
vergrendelknop van de afstelling (31a) één volle slag te
draaien en de instructies te volgen voor "Het zwaard en de
zaagketting plaatsen".
Stel de ketting niet te strak af. Dit leidt tot overmatige
slijtage en beperkt de levensduur van het zwaard en de
ketting.
Zet, wanneer de spanning van de ketting eenmaal goed
is, de vergrendelknop voor het afstellen van het zwaard
goed vast.
Wanneer de ketting nieuw is, moet u de spanning tijdens
de eerste 2 gebruiksuren regelmatig controleren (nadat u
de accu hebt uitgenomen), aangezien een nieuwe ketting
wat oprekt.
Het zaagketting vervangen (afb. B6)
Draai de vergrendelknop (31a) van de afstelling van het
zwaard naar links voor minder spanning van de ketting.
Verwijder de kap (31) van het kettingwiel, zoals wordt
beschreven in het hoofdstuk "Het zwaard en de
zaagketting plaatsen".
Ligt de versleten zaagketting (14) uit de groef in het
zwaard (13).
Plaats de nieuwe ketting in de sleuf op het zwaard, en
let er daarbij op dat de zaagtanden in de juiste richting
wijzen door de pijl op de ketting in dezelfde richting te
laten wijzen als de afbeelding op de kap (31) van het
kettingwiel, zoals wordt getoond in afbeelding B6.
Volg de instructies voor "Het zwaard en de zaagketting
plaatsen".
Een vervangende ketting en een vervangend zwaard zijn
verkrijgbaar bij het BLACK+DECKER-servicecentrum bij u
in de buurt.
De zaag vervoeren (Afb. B7)
Neem altijd de accu uit het gereedschap en bedek
het zwaard (13) met de kap (15) van het zwaard zie
afbeelding B7, wanneer u de zaag vervoert.
Hulpstukken van de kettingzaag plaatsen en verwij-
deren. (afb B8, A6)
U kunt een hulpstuk of de verlengde stang op de basis-
unit (1) plaatsen, door het hulpstuk/de stang tegenover het
motorhuis te houden, zoals wordt getoond in afbeelding
B8 en A6.
Duw het hulpstuk of de verlengde stang stevig op de
basis-unit tot dit/deze hoorbaar op z'n plaats klikt.
(Vertaling van de originele instructies)
Opmerking: Hulpstukken passen op dezelfde wijze op de
verlengde stang als op de basis-unit.
Opmerking: Voor de basisstand moet de beschermkap
(11) rechtop staan. Druk op de vergrendelknop (12) van de
beschermkap en til de beschermkap op z'n plaats, zoals wordt
getoond in afbeelding B9.
Voor de stand met de verlengde stang moet de beschermkap
(11) voor de terugslag in de opgeborgen positie zijn. Druk op
de vergrendelknop (12) van de beschermkap en breng de
beschermkap omlaag op z'n plaats, zoals wordt getoond in
afbeelding B9.
Controleer dat het hulpstuk stevig op de basis-unit of de
verlengde stang is bevestigd, door voorzichtig te proberen
het los te trekken. Het hulpstuk of de verlengde stang
moet dan blijven zitten.
U kunt een hulpstuk of de verlengde stang losnemen
door op de vrijgaveknop (10) of (22) die zich opzij van de
hulpstuk of de verlengde stang bevindt, te drukken en het
hulpstuk of de verlengde stang van de basis-unit of de
verlengde stang los te trekken.
Opmerking: Gebruik alleen hulpstukken die speciaal
ontworpen zijn voor en geschikt zijn voor het motorhuis.
Juiste handpositie (afb. B10, B11)
Basisstand: Voor een juiste positie van de handen zet u
één hand op de beugelhandgreep (3) en de andere op de
hoofdhandgreep (2).
Stand met de verlengde stang: U kunt werken met de ene
hand op de hoofdhandgreep (2) en uw andere hand op de
greep (21) voor de verlengde stang.
Inschakelen (afb. B10, B11)
Duw de schakelaar voor vergrendeling in de uit-stand (5)
omlaag. Knijp de beugelhandgreep (3) in en vervolgens
de AAN/UIT-schakelaar (2) in. U kunt de knop voor
vergrendeling in de uit-stand loslaten zodra het apparaat
in werking is. Hoe verder u de AAN/UIT-schakelaar
indrukt, des te sneller werkt de basis-unit.
Het gereedschap blijft alleen lopen als u de AAN/UIT-
schakelaar ingeknepen houdt. U kunt het gereedschap
uitschakelen door de AAN/UIT-schakelaar of de
beugelhandgreep los te laten.
Stand Verlengd bereik/Verlengde stang
Duw de schakelaar voor vergrendeling in de uit-stand (5)
omlaag. Pak de greep (21) op de verlengde stang vast en
knijp vervolgens de AAN/UIT-schakelaar (2) in.
U kunt de knop voor vergrendeling in de uit-stand loslaten
zodra het apparaat in werking is. Hoe verder u de AAN/
UIT-schakelaar indrukt, des te sneller werkt de basis-unit.
Het gereedschap blijft alleen lopen als u de AAN/UIT-
schakelaar ingeknepen houdt. U kunt het gereedschap
uitschakelen door de AAN/UIT-schakelaar los te laten.
NEDERLANDS
87