5. geBruiK vAN De cAMerA:
Opdat uw camera functioneert dient er een micro-SD geheugenkaart (meegeleverd) te worden ingelegd. Schakel uw helikopter altijd uit voor het inleggen of uitnemen van de kaart! Let er altijd op, dat alle
schrijf- en leesprocessen beëindigd zijn, voor u de kaart uit de camera of de kaartlezer verwijdert, anders kunt u gegevens verliezen.
a) Plaatsen van de geheugenkaart
Plaatsen van de geheugenkaart: Schuif de kaart
met de juiste zijde naar voren voorzichtig in de
kaartsleuf achteraan aan de cameramodule tot
zij vast klikt. GEEN GEWELD gebruiken!
verwijderen van de geheugenkaart:
Druk voorzichtig op de kaart om deze te
ontgrendelen en trek de kaart uit de sleuf.
GEEN GEWELD gebruiken!
Maximaal drie piloten kunnen hun helikopters gelijktijdig laten vliegen! Handel daarvoor als volgt:
• Piloot 1 schakelt zijn afstandsbesturing in en kiest kanaal A
• Piloot 1 schakelt zijn helikopter in. Nadat hij klaar is bedient de piloot kort de stuwkrachtregelaar,
waardoor de helikopter op kanaal A wordt ingesteld
• Piloot 1 legt zijn afstandsbesturing opzij, zonder deze of de helikopter uit te schakelen
• Piloot 2 schakelt zijn afstandsbesturing in en kiest kanaal B
• Piloot 2 schakelt zijn helikopter in. Nadat hij klaar is, bedient de piloot kort eenmaal de
stuwkrachtregelaar, waardoor de helikopter op kanaal B wordt ingesteld
6. ALgeMeNe vLiegTiPS:
• De helikopter altijd op een effen vlak zetten. Een schuin vlak kan het startgedrag van de
helikopter onder omstandigheden negatief beïnvloeden.
• De regelaars altijd langzaam en met gevoel bewegen.
• De helikopter altijd in het oog houden en niet naar de afstandsbediening kijken!
• De stuwkrachtregelaar weer iets naar onder bewegen, van zodra de helikopter van de vloer
opstijgt. Om de vlieghoogte te houden, de instelling van de stuwkrachtregelaar aanpassen.
• Als de helikopter daalt, de stuwkrachtregelaar weer iets naar boven bewegen. Als de helikopter
stijgt, de stuwkrachtregelaar iets naar onder bewegen.
• Om een bocht te vliegen volstaat het vaak al, om de stuwkrachtregelaar iets in de betreffende
richting aan te tippen. Bij de eerste vliegpogingen neigt men ertoe, om de helikopter te hevig te
besturen. De stuwkrachtregelaar moet altijd langzaam en voorzichtig worden bewogen. In geen
geval snel of met schokken.
• Beginners dienen na het trimmen eerst te proberen, om de stuwkrachtregelaar te beheersen.
De helikopter moet in het begin niet absoluut recht vooruit vliegen - het komt er veeleer op aan,
om door herhaaldelijk licht aantippen van de stuwkrachtregelaar een constante hoogte van onge-
veer een meter boven de grond te houden. Eerst daarna kan men oefenen, om de helikopter
naar links resp. naar rechts te besturen.
• Na een crash de stuwkrachtregelaar altijd volledig naar onder bewegen
• De helikopter gedurende het vliegen niet aan direct zonlicht of helder schijnwerperlicht blootstellen. Dit kan leiden tot storingen van de infrarood afstandsbesturing.
• De infrarood ontvanger van de helikopter en de infrarood zender van de afstandsbesturing mogen niet worden afgedekt. Als ontvanger resp. zender afgedekt zijn,
kan de helikopter geen signalen ontvangen.
• Geen stickers of andere etiketten op de helikopter aanbrengen, deze kunnen de infrarood signaaloverdracht beïnvloeden.
• Twee of meerdere gelijke helikoptermodellen kunnen niet met dezelfde frequentieband worden gevlogen.
Als de rotorbladen van de helikopter worden beschadigd en u deze dient te vervangen, handelt u als volgt:
Let er voor de montage op,
dat u de rotorbladen niet
verwisselt. De rotorbladen zijn
met "C" en "D" gekenmerkt
(zie afb.). Rotorbladen van
type "C" worden bovenaan
gemonteerd en rotorbladen
van type "D" worden onderaan
gemonteerd.
b) uitlezen van de kaart
Schuif de kaart met de juiste zijde naar voren
voorzichtig in de kaartsleuf achteraan aan
de USB kaartlezer. GEEN GEWELD gebruiken!
Steek nu de kaartlezer in een vrije USB-poort,
hij wordt als wisselstation herkend en foto's
en video's kunnen gebruikt worden.
gelijktijdig vliegen van meerdere helikopters
Instructies om veilig te vliegen
Bedieningstips
Wisselen van de rotorbladen
1. Neem een kruisschroeven-
draaier en schroef de schroeven
voorzichtig af van het rotorblad.
Video
Foto
c) Besturing van de camera
Schakel de afstandsbesturing en de
helikopter in zoals onder I. is beschreven.
Aan de onderzijde van de camera licht
een groene LED op.
Foto: Druk op toets Foto. De LED knippert 3 x
rood, terwijl de foto wordt opgenomen.
video: Druk op toets Video. De LED knippert
rood terwijl de video opgenomen wordt. Om
de opname te beëindigen drukt u nogmaals
op toets Video.
• Piloot 2 legt zijn afstandsbediening opzij, zonder deze of de helikopter uit te schakelen
• Piloot 3 schakelt zijn afstandsbediening in en kiest kanaal C
• Piloot 3 schakelt zijn helikopter in. Nadat hij klaar is, bedient de piloot kort eenmaal de
stuwkrachtregelaar, waardoor de helikopter op kanaal C wordt ingesteld
Nu kan er gezamelijk worden gevlogen!
7. De geScHiKTe vLiegoMgeviNg:
De plaats waarop de helikopter kan worden gevlogen dient aan de volgende criteria te voldoen:
1. Het dient om een gesloten ruimte te gaan, waarin windstilte heerst. Indien mogelijk mogen
er geen airco's, elektrische straalkachels enz. aanwezig zijn, die luchtstromen zouden kun-
nen veroorzaken.
2. De ruimte dient minimum 10 meter lang, 6 meter breed en 3 meter hoog te zijn.
3. Er mogen geen storende voorwerpen in de ruimte aanwezig zijn (ventilatoren, lampen enz.).
4. Bij het starten er absoluut voor zorgen, dat levende wezens - ook de piloot - verder dan 1-2
meter van de helikopter verwijderd zijn, als de vlucht begint.
5. De helikopter altijd observeren, zodat hij niet tegen de piloot, andere mensen of dieren
vliegt en deze verwondt.
LeT oP!
In Duitsland moeten sinds 2005 modelvliegtuigen en -helikopters die hoger dan 30 meter
vliegen verzekerd zijn. Raadpleeg uw WA-verzekeraar en controleer of uw nieuwe en huidige
modellen door uw verzekering gedekt zijn. Laat deze bevestiging op schrift stellen en berg
deze goed op.
2. Trek nu voorzichtig het rotorblad
af van de houder.
camera instellen: Bovendien kunt u de
inclinatiehoek van de camera instellen.
Draai daarvoor het objectief vooraan aan
de cameramodule naar boven of naar onder.
GEEN GEWELD gebruiken!
3. Plaats het nieuwe rotorblad voorzichtig weer
in de houder en schroef de schroef vast.
Let op: Schroef de schroef niet te vast. Het
rotorblad moet een beetje speling hebben.
19