•
In de buurt moet de veiligheidsklep worden
ondertekend
– Afvoerwater kan weglopen
– Niet op slot!
•
Vereist regelmatig onderhoud conform EN 806-5
4.2 Montage-instructies
VOORZICHTIG!
De veiligheidsklep mag door las- en
soldeerwerkzaamheden aan de installatie niet
oververhit worden. De veiligheidsklep pas
inbouwen na deze werkzaamheden
1.
Spoel het leidingwerk grondig door
2.
Membraan-veiligheidsklep inbouwen
• Aansluitingen bij het verbinden aandraaien met
max. 18 Nm. Door te sterk aandraaien kunnen
zich scheuren vormen in het materiaal, hetgeen tot
lekkages in de installatie kan leiden
• Inbouw in horizontale buisleiding met borgkap
naar boven
• Markeer de doorstroomrichting
• Installeer zonder trek- of buigkrachten
3.
Afblaasleiding installeren
VOORZICHTIG!
Verbrandingsgevaar door ontsnappende, hete
vloeistof aan de afblaasopening.
Afblaasleiding zo leggen dat er geen persoonlijke
verwondingen noch materiële schade kunnen
worden veroorzaakt door de ontsnappende
vloeistof.
De afblaasopening is gekenmerkt door een pijl op het
klephuis.
4.
De uitstroming van de afblaasleiding naar een
ontwateringsafvoer of reservoir leiden, dat de hele
inhoud van de installatie kan bevatten
Als het gevaar bestaat dat de afblaasleiding verstopt
raakt of kan bevriezen, een onderbreking van de
afblaasleiding maken, bijv. door een trechter. De
afvoerleiding van de trechter moet de dubbele
diameter van de ingang van de veiligheidsklep
hebben.
NL
5
Inbedrijfsteööing
1.
In de buurt van de afblaasleiding of aan de
veiligheidsklep goed zichtbaar een informatiebord met
het volgende opschrift aanbrengen
VOORZICHTIG!
Tijdens de verwarming moet om veiligheidsredenen
water uit de afblaasleiding ontsnappen. Niet
afsluiten!
2.
Controleren of alle wateraansluitingen waterdicht zijn
3.
Wij raden aan om vóór inbedrijfstelling van de
installatie het leidingnet te doorspoelen
6
Onderhoud
Om te voldoen aan EN 806-5 moeten
spaninrichtingen jaarlijks gecontroleerd en
onderhouden worden.
De onderhoudswerkzaamheden moeten door een
installatiebedrijf worden uitgevoerd, wij adviseren een
preventief onderhoudscontract af te sluiten met een
installateur.
6.1 Inspectie
VOORZICHTIG!
Verbrandingsgevaar door ontsnappende, hete
vloeistof aan de afblaasopening.
Functiecontrole door het reactievermogen te testen: tijdens
het bedrijf van de installatie de veiligheidsklep openen door
de kap kort te draaien. Na sluiten van de kap moet de klep
weer sluiten en het aanwezige water volledig wegstromen.
6.2 Onderhoud
VOORZICHTIG!
Verbrandingsgevaar door ontsnappende, hete
vloeistof aan de afblaasopening.
Als er sprake is van een functiestoring, dan kan door de klep
meermaals te activeren en te openen en te sluiten
geprobeerd worden om de storing te verhelpen. Als dit niet
lukt, dan moet de klep worden vervangen.
7
Afvoeren
Houd de locale regelgeving aan betreffende recycling/
afvalverwerking!
10
MU1H-1366GE23 R0420