1
Veiligheidsrichtlijnen
1.
Houd de installatiehandleiding aan.
2.
Gebruik de apparatuur
• waarvoor het is bedoeld
• in goede conditie
• met aandacht voor de veiligheid en risico's.
3.
Houd er rekening mee dat de apparatuur exclusief is
bedoeld voor de applicaties zoals beschreven in deze
installatiehandleiding (zie 2 Technische Data). Elk
ander gebruik wordt gezien als gebruik niet conform
de bedoeling en doet de garantie komen te vervallen.
4.
De montage, de inbedrijfstelling, het onderhoud en de
instelling mogen alleen door geautoriseerd personeel
worden uitgevoerd.
5.
Storingen die de veiligheid kunnen beïnvloeden
dienen direct te worden opgelost.
2
Technische Data
De membraan-veiligheidsklep is uitsluitend geschikt voor het
afblazen van de volgende mediums uit gesloten
verwarmingsinstallaties volgens EN 12828 ter beveiliging
tegen drukoverschrijding
Media
Standaard medium:
Optioneel medium:
Aansluitingen/afmetingen
aan ingangszijde inwendige
schroefdraad:
aan uitgangszijde inwendige
schroefdraad:
aan ingangszijde uitwendige
schroefdraad:
Drukwaarden
Openingsdruk:
Bedrijfstemperatuur
Bedrijfstemperatuur:
MU1H-1366GE23 R0420
Water
Water-glycolmengsel volgens
VDI 2035
Vloeistoffen van de
fluïdegroep 1 en 2 (richtlijn
drukapparatuur, art. 9), die de
gebruikte materialen niet
aantasten
1
3
/
",
/
"
2
4
1
3
/
",
/
", 1"
2
4
1/2" met aan uitgangszijde
inwendige schroefdraad 3/4"
1,5, 2, 2,5, 3, 4 of 6 bar*
120 °C
NL
Specificaties
Capaciteit:
Installatie positie:
* Achteraf verstellen van de in de fabriek ingestelde reactiedruk is niet
toegelaten en zonder vernieling van de veiligheidskap niet mogelijk
3
Opties
Voor opties bezoek homecomfort.resideo.com/europe
4
Montage
4.1 Installatie Richtlijnen
•
De veiligheidsklep moet in de
koudwatertoevoerleiding vóór de boiler worden
geïnstalleerd
•
De inbouw moet zo gebeuren, dat
– Er zijn geen afsluiters of fittingen, vernauwing van
de leidingen of zeven tussen de boiler en de
veiligheidsklep
– een goede toegankelijkheid voor onderhouds- en
servicewerkzaamheden gegarandeerd is
– Het afvoerende water moet zichtbaar zijn en mag
geen personen of elektrische apparaten
beschadigen
– De veiligheidsklep is boven de bovenkant van de
waterverwarmer gemonteerd om te voorkomen
dat er moet worden afgetapt bij het vervangen van
de veiligheidsklep
– er tussen veiligheidsklep en warmteopwekker een
maximaal 1 m lange, rechte verbindingsleiding
met de grootte van de ingangsdiameter is
geïnstalleerd
•
De afblaasleiding moet in de grootte van de
afvoerdiameter van de veiligheidsklep zijn uitgevoerd
en mag niet meer dan twee bochten bezitten en
hoogstens 2 m lang zijn
•
De afblaasleiding moet met verval gelegd zijn
•
Als er geen afvoermogelijkheid is in de kamer waar de
verwarming is geïnstalleerd, kan de veiligheidsklep in
een aangrenzende ruimte worden gemonteerd. DIN
1988-200 moet in acht worden genomen
•
De plaats van inbouw moet tegen vorst beschermd
•
Sikkerhetsventilen må være montert slik at det ikke
finnes noen ytre krefter som påvirker
sikkerhetsventilen i montert tilstand
9
50 - 100 kW
horizontaal met de borgkap
naar boven
Als klepgrootte geldt de
grootte van de
inlaataansluiting
Gesloten verwarmings- of
zonnesystemen. Niet
geschikt voor waterboilers.