Proline SMART16 Manual De Instrucciones página 26

4. Draai de patroonkeuzeknop naar het gewenste steekpatroon.
Opgelet:
Voordat u het steekpatroon wijzigt, schakel de machine uit en draai aan het handwiel om de naald
naar de hoogste positie te brengen zodat deze niet vast komt te zitten of gebogen raakt.
Het is niet toegestaan om het steekpatroon terwijl de machine in werking is te wijzigen, de naald
en/of machine kunnen worden beschadigd.
5. Draai het handwiel enkele keren om er zeker van te zijn dat de steken niet vastlopen.
6. Schuif de snelheidsregelaar naar de stand Lage of Hoge snelheid en de machine start
automatisch met naaien. We bevelen aan dat beginners de lage snelheid gebruiken.
7. Na het naaien, schakel de machine uit, haal de stekker uit het stopcontact, draai aan
het handwiel om de naald volledig omhoog te brengen, breng de naaivoet omhoog,
verwijder de stof voorzichtig uit de machine en knip de draad door met de
draadafsnijder.
Gebruikstips
Draai aan het handwiel wanneer de stof moeilijk te verwijderen is en trek de stof vervolgens voorzichtig
uit.
Als de draad verdraaid is of vastzit, draai aan het handwiel en trek tegelijkertijd lichtjes aan de draad om
het los te maken. Het mechanisme voor de onderste spoel is een precisie-instrument. Een verkeerde
handeling kan het beschadigen. Duw of trek er niet aan met uw vinger of een voorwerp.
EIGENSCHAPPEN
1. Het steekpatroon selecteren
Draai de patroonkeuzeknop naar het gewenste steekpatroon.
Opgelet:
Voordat u het steekpatroon wijzigt, schakel het apparaat uit en draai aan het handwiel om de naald naar
de hoogste positie te brengen zodat deze niet vast komt te zitten of gebogen raakt.
Het is niet toegestaan om het steekpatroon terwijl de machine in werking is te wijzigen, de naald en/of
machine kunnen worden beschadigd.
2. Achteruit naaien
Achteruit naaien (stiksteek) is handig voor het versterken van het begin en het einde
van naden. Om deze functie te gebruiken, doe het volgende:
a. Naai vooruit zoals gebruikelijk en druk en houd de stiksteekknop vervolgens aan de
voorkant van de machine ingedrukt om achteruit te naaien.
b. Om opnieuw vooruit te naaien, laat de stiksteekknop los.
c. De achteruit naaiafstand is tussen 1,5 en 4,5mm. Regel deze afstand met behulp van
de stiksteekknop. Als de knop volledig wordt ingedrukt, wordt de maximale naaiafstand bereikt.
3. De naaisnelheid instellen
Stel de snelheidsschakelaar in op de lage (Ⅰ) of hoge(Ⅱ) stand.
4. Werklamp
Als meer licht nodig is, druk op de lichtknop om de lamp aan te zetten. Druk
opnieuw op de knop om de lamp uit te zetten.
5. Draadafsnijder
De machine is voorzien van een draadafsnijder aan de linkerkant van de machine.
Gebruik deze om de draad na het naaien of opwinden door te knippen.
NL - 24