1.
Verwijder de accu uit zijn zitting in de acculader (ver-
mijd de accu te lang in de oplader te laten, na vervolle-
diging van de lading).
Ontkoppel de acculader van het elektrisch netwerk.
2.
3.
Open het luikje voor toegang tot de accuholte (afb.18.A),
plaats de accu (afb.18.B) in zijn zitting door deze er stevig in
te duwen tot u de "klik" hoort die de accu in zijn positie blok-
keert en het elektrisch contact verzekert.
4.
Hersluit het luikje volledig.
7.3
BUITENGEWOON ONDERHOUD
7.3.1
maaimechanisme
Alle handelingen met betrekking tot de maaimechanismen
moeten worden uitgevoerd in een Gespecialiseerd Centrum.
Laat beschadigde, vervormde of versleten maai-
mechanismen steeds tezamen met de bijbehorende
schroeven vervangen, om de balans te behouden.
BELANGRIJK
Gebruik steeds originele maaimechanismen,
met de code als aangegeven in de tabel "Technische Gegevens".
7.4
REINIGING
Reinig de machine na ieder gebruik volgens de volgende
aanwijzingen.
7.4.1
Reiniging van de machine
• Verzeker u er steeds van dat de luchtgaten vrij zijn van afval.
• Gebruik geen waterstralen en vermijd de motor en de
elektrische onderdelen nat te maken (afb.26.0).
• Gebruik geen agressieve vloeistoffen om het chassis te reinigen.
• Houd de motor vrij van gewasresten, bladeren of overtol-
lig vet om brandrisico te vermijden.
• Houd de hendels, de display en de knoppen altijd vrij van resten.
7.4.2
Reiniging van de snijgroep
Verwijder grasresten en opgezamelde aarde binnenin het chassis.
In geval van zijdelingse aflaat: verwijder de aflaatde-
flector (indien gemonteerd - par. 6.1.2d.).
7.4.3
Reiniging van de opvangzak (Afb.27.A/B)
7.5
REINIGING VAN DE LUCHTFILTER
Het filterelement moet altijd goed schoon gehouden wor-
den. Ga als volgt te werk:
1.
Reinig de zone rond het rooster van de luchtfilter.
2.
Verwijder het rooster (afb.28.A) door de schroef
(afb.28.B) los te draaien.
3.
Verwijder het filterelement (afb.29.A).
4.
Blaas op de filter of was hem in water (Afb.29.A) om
stof en afval te verwijderen.
5.
Plaats het filterelement (Afb.29.A) opnieuw in de
zitting, hermonteer het rooster en draai de schroef
vast (Afb.28.A/B).
10. ONDERHOUDSTABEL
MACHINE
Controle van alle bevestigingen; veiligheidscontroles / controle van de bedieningsele-
menten; Controle van de beveiligingen van de afvoer achterzijde / zij-afvoer; controle
van de opvangzak en de geleider van de zij-afvoer; controle van het maaimechanisme.
Algemene reiniging en controle; controle van eventuele schade aan de ma-
chine. Contacteer, indien nodig, het geautoriseerde dienstcentrum.
Vervanging maaimechanisme
Ingreep
8.
STALLING
8.1
STALLING VAN DE MACHINE
Wanneer de machine gestald moet worden:
Laat de motor afkoelen.
4.
5.
Verwijder de contactsleutel.
6.
Voer de reiniging uit (par. 7.4).
7.
Controleer de integriteit van de machine.
8.
Berg de machine op:
• In een droge ruimte.
• Beschermd tegen slechte weersomstandigheden.
• Buiten bereik van kinderen.
• Na zich ervan verzekerd te hebben de sleutels of werktuigen die
voor het onderhoud gebruikt werden, verwijderd te hebben.
8.2
STALLING VAN DE ACCU
De accu moet in op een schaduwrijke, frisse plaats be-
waard worden, waar er geen vochtigheid is.
OPMERKING In geval van langdurige inactiviteit moet men
de accu's om de twee maanden opladen, om de duur ervan
te verlengen
9.
HANTERING EN TRANSPORT
Telkens wanneer de machine verplaatst, geheven, vervoerd of
overgeheld moet worden, moet men:
• Leg de machine stil (par. 6.5) en wacht tot alle bewegende
delen stilstaan.
• Stevige werkhandschoenen dragen.
• De machine vastnemen op punten waar u een stevige grip
hebt, rekening houdend met het gewicht en de spreiding
van het gewicht.
• Een beroep doen op een toereikend aantal personen die het
gewicht van de machine kunnen heffen.
• U ervan te verzekeren dat de bewegingen van de machine
geen schade of letsels veroorzaken.
Wanneer men de machine met een wagen of aanhangwagen
vervoert, moet men:
• Opritten gebruiken met geschikte weerstand, breedte en lengte.
• De machine laden met de motor uitgeschakeld, en ze op de
oprit duwen met behulp van een geschikt aantal personen.
• De snijgroep omlaag brengen.
• De machine zo plaatsen dat deze geen gevaar veroorzaakt.
• Ze stevig aan het vervoersmiddel bevestigen met koorden of
kettingen om te vermijden dat ze kantelt.
Vóór het gebruik
Aan het einde van ieder
NL - 7
Frequentie
Opmerkingen
gebruik
-
par. 7.3.1 ***
par. 6.2
par. 7.4