De geluids- en vibratiewaarden werden be-
paald volgens de normen EN ISO 3744:1995,
ISO 11094:1991 en EN ISO 20643:2008.
Beperk de geluidsontwikkeling en vibratie tot
een minimum!
•
Gebruik enkel intacte toestellen.
•
Onderhoud en reinig het toestel regelmatig.
•
Pas uw manier van werken aan het toestel
aan.
•
Overbelast het toestel niet.
•
Laat het toestel indien nodig nazien.
•
Schakel het toestel uit als het niet wordt ge-
bruikt.
•
Draag handschoenen.
Restrisico's
Er blijven altijd restrisico's bestaan, ook al
wordt dit elektrisch gereedschap zoals voor-
geschreven bediend. De volgende gevaren
kunnen zich voordoen in verband met de
bouwwijze en uitvoering van dit elektrisch
gereedschap:
1. Longletsel indien er geen geschikt stofmas-
ker wordt gedragen.
2. Gehoorschade indien er geen geschikte ge-
hoorbescherming wordt gedragen.
Waarschuwing!
Dit apparaat genereert tijdens het bedrijf een
elektromagnetisch veld. Dit veld kan onder
bepaalde omstandigheden een nadelige inv-
loed hebben op actieve of passieve medische
implantaten. Om het risico van ernstige of
dodelijke letsels te verminderen raden wij
personen met medische implantaten aan
hun arts en de fabrikant van het medische
implantaat te consulteren voordat het toestel
wordt bediend.
5. Vóór inbedrijfstelling
Montage van de schuifbeugel
(afbeelding 3a – 3b)
De schuifbeugel bestaat uit 2 delen (onderste
schuifbeugel (pos. 5) en bovenste schuifbeugel
(pos. 3)).
Monteer eerst de onderste schuifbeugel (pos.
5) met behulp van de meegeleverde snelspan-
hendels (pos. 4) zoals getoond in afbeelding 3a.
Draai de betreff ende snelspanhendel (pos. 4)
maar zo ver op de schroefdraad, dat deze daarna
nog naar achter kan worden omgeklapt.
Anl_KX-ARM_3637_Li_SPK13.indb 105
Anl_KX-ARM_3637_Li_SPK13.indb 105
NL
Met de beide overige snelspanhendels (pos. 4)
wordt vervolgens de bovenste schuifbeugel (pos.
3) gemonteerd zoals getoond in afbeelding 3b.
Draai ook hierbij de betreff ende snelspanhendel
(pos. 4) maar zo ver op de schroefdraad, dat deze
weer naar achter kan worden omgeklapt.
De gewenste hoogte kunt u vervolgens door de
beide onderste snelspanhendels (pos. 4) open
te klappen naar believen instellen. Let er daarbij
op dat beide zijden op dezelfde hoogte zijn in-
gesteld. Door de beide snelspanhendels (pos.
4) dicht te klappen wordt de schuifbeugel weer
gefi xeerd.
Montage van de grasopvangzak
(afbeelding 4a/4b)
Om de grasopvangzak (10) te monteren stulpt u
de bevestigingslussen aan alle kanten over het
beugelframe (afbeelding 4a). Om de grasop-
vangzak (10) in te hangen moet de motor worden
uitgeschakeld en mag het mes zich niet draaien.
Uitwerpklep (afbeelding 4b, pos. 6) met één hand
optillen en met de andere hand de grasopvangz-
ak (10) vasthouden aan de handgreep en van
boven inhangen (afbeelding 4b).
Verstelling van de maaihoogte
Opgelet! Het verstellen van de maaihoogte mag
alleen worden uitgevoerd bij stilgezette motor en
uitgetrokken veiligheidsstekker. Voordat u begint
te maaien controleert u of het maaigereedschap
niet bot is, en of de bevestigingsmiddelen niet zijn
beschadigd. Vervang botte en/of beschadigde
maaigereedschappen om onbalans te vermijden.
Bij deze controle de motor afzetten en de veilig-
heidsstekker uittrekken. Hiervoor de hendel voor
de maaihoogteverstelling (afbeelding 5, pos. 8)
naar buiten drukken, de gewenste maaihoogte
selecteren door de hendel naar links of rechts te
verschuiven en de hendel terugtrekken in een van
de 6 trappen.
Daarbij erop letten dat de hendel correct vastklikt!
Positie 1
Snijhoogte: 25 mm
Positie 2
Snijhoogte: 35 mm
Positie 3
Snijhoogte: 45 mm
Positie 4
Snijhoogte: 55 mm
- 105 -
26.05.2021 13:46:47
26.05.2021 13:46:47