VOORZICHTIG– Het is heel belangrijk dat u zich aan de door uw arts voorgeschreven zuurstofdosis houdt. Verhoog of verlaag het volume niet, maar raadpleeg uw arts.
OPmERKING– Uw DeVilbiss-leverancier kan de uitstroommeter zodanig hebben ingesteld dat u de stand ervan niet kunt wijzigen.
OPmERKING– Als de knop van de uitstroommeter naar links wordt gedraaid, wordt het uitstroomvolume verlaagd (en uiteindelijk uitgeschakeld). Als de knop naar rechts
wordt gedraaid, wordt het volume verhoogd.
OPmERKING– Zorg er bij samenstellingen van 5 l/min voor dat de bal is gecentreerd op de 5-liter lijn. De bal mag de rode lijn niet raken. Als de stroom wordt ingesteld op
een waarde groter dan 5, kan het zuurstofgehalte dalen.
OPmERKING– Het alarm voor een lage flow wordt geactiveerd als de bal van de flowmeter is ingesteld op een waarde van minder dan 0,3
lpm. Het apparaat blijft werken, maar het lampje Service vereist gaat branden en er klinkt een alarmsignaal. Stel de flowmeter in op de
voorgeschreven flow.
OPmERKING–Op latere modellen van de 515 concentrator met een OSD kan het alarm voor een lage flow geactiveerd worden als de bal
van de flowmeter is ingesteld op een waarde van minder dan 1 l/min. Het apparaat blijft werken, maar het lampje Service vereist gaat
branden en er klinkt een alarmsignaal. Stel de flowmeter in op de voorgeschreven flow.
3.
Uw DeVilbiss concentrator is nu gereed voor gebruik. Breng de canule of het masker aan op de juiste wijze. Figuur 4. Wacht 20
minuten totdat de zuurstofconcentrator de vereiste prestaties levert.
SYStEEM vOOR RESERvEZUURStOF
Bij wijze van voorzorgsmaatregel dient uw DeVilbiss-leverancier u te voorzien van een systeem voor reservezuurstof. Als uw apparaat geen stroom meer krijgt of niet correct
werkt, klinkt een signaal van het waarschuwingssysteem en kunt u het systeem voor reservezuurstof inschakelen (indien meegeleverd). Neem vervolgens contact op met uw
DeVilbiss-leverancier.
vERZORGING vAN DE cONcENtRAtOR
OPmERKING– Gebruik geen smeermiddelen, olie of vet.
wAARSchUwING
Zet, voordat u de reinigingsprocedures probeert uit te voeren, het systeem uit.
canule/masker, slang en bevochtigerfles
Maak de canule/het masker, de slang en de bevochtigerfles schoon volgens de instructies van de fabrikant.
Luchtfilter en zuurstofuitstroomconnector
Het luchtfilter en de zuurstofconnector moeten minimaal één keer per week worden gereinigd. U kunt deze onderdelen als volgt reinigen:
1.
Verwijder het luchtfilter, dat zich aan de achterzijde van het apparaat bevindt. Verwijder de zuurstofuitstroomconnector (indien hiervan
gebruik wordt gemaakt).
2.
Was filter en connector in een oplossing van warm water en afwasmiddel. Figuur 5.
3.
Spoel de onderdelen goed schoon met warm water uit de kraan en veeg ze droog met een handdoek. Het filter moet volledig droog zijn
voordat het opnieuw wordt geïnstalleerd.
VOORZICHTIG– Probeer niet het apparaat in te schakelen als het luchtfilter niet is aangebracht of als het filter nog nat is om schade aan het product te voorkomen.
Externe behuizing
Maak de kast om de concentrator voor zover nodig schoon met een vochtige doek of spons en een mild huishoudelijk reinigingsmiddel; veeg hem daarna droog.
wAARSchUwING
Verwijder de behuizing van de concentrator niet om elektrische schokken te voorkomen. De behuizing mag uitsluitend worden verwijderd door een
gekwalificeerde technicus van DeVilbiss. Giet geen vloeistoffen over de behuizing heen en gebruik geen oplos- of reinigingmiddelen op petroleumbasis.
Het gebruik van bijtende chemicaliën (met inbegrip van alcohol) wordt niet aanbevolen. Als bacteriedodende reiniging is vereist, dient een product dat niet op
alcoholbasis is te worden gebruikt om schade te voorkomen.
OPMERKINGEN vAN DE LEvERANcIER
Als het apparaat bij een andere patiënt zal worden gebruikt, moet het gereconditioneerd worden om de gebruiker te beschermen. Het reconditioneren mag uitsluitend door de
fabrikant of onderhoudsleverancier worden verricht.
DeVilbiss Healthcare beveelt het volgende aan als minimumonderhoud voordat het apparaat bij een andere patiënt wordt gebruikt. Als het apparaat aan een door de
leverancier te verrichten onderhoudsbeurt toe is, moeten die taken worden uitgevoerd naast de hieronder vermelde taken.
1.
Koppel de zuurstofslang, de canule/het masker, de zuurstofuitlaatconnector en de bevochtigerfles los.
2.
Vervang het luchtfilter in de kast.
3.
Maak de kast van de concentrator schoon.
4.
Inspecteer alle stekkers, snoeren en onderdelen. Vervang alle beschadigde of versleten onderdelen.
5.
Controleer de zuurstofconcentratie. Als het apparaat binnen de specificaties werkt, hoeft het lang meegaande inlaatbacteriefilter niet te worden vervangen voordat het
apparaat bij een andere patiënt wordt gebruikt. Zie het gedeelte over probleemoplossing als de concentraties niet binnen de specificaties vallen.
6.
Het apparaat moet worden weggeworpen als het aan besmettelijke pathogenen is blootgesteld.
SE-515X
4
5
NL - 45