R
5 NEMEN VAN EEN METING
1
Houd de sonde vast bij zijn omhulsel
2
Meten, zet de sonde verticaal op het oppervlak
3
Vervolg metingen, neem de sonde van het oppervlak en zet deze daarna weer op het oppervlak
4
U dient 5-10 metingen te verrichten op een gebied met een oppervlakte van 150 mm² (6 in²) om
nauwkeurig een oppervlakteprofiel te kunnen beoordelen. Het gemiddelde van deze metingen
geeft de piek-dalhoogte van het oppervlakteprofiel van dat gebied.
4
Gerbuikers kunnen van tevoren het aantal metingen instellen met de geteld gemiddelde functie. In
groeperen (Model T), druk op Groep/Nieuwe Groep/ Groep Type, selecteer ''geteld gemiddelde'' en stel het
aantal vereiste metingen in. Het gemiddelde van dit van tevoren ingestelde aantal wordt bewaard in de
groep, maar de individuele metingen van het geteld gemiddelde worden niet opgeslagen. Wanneer niet in
groep (Model B & Model T), druk op Display/Statistieken/Geteld Gemiddelde en stel het aantal metingen in
zoals gewenst. Wanneer geteld gemiddelde gebruikt wordt, toont de meter de statistieken van de
individuele metingen en wisselt naar statistieken gebaseerd op het geteld gemiddelde, als een set
metingen wordt genomen.
ü DOEN
• Houd de sonde vast bij het uiteinde
• Druk de sonde stevig tegen het oppervlak
• Zorg ervoor dat de metalen basis contact
maakt met het oppervlak – dat verbetert de
nauwkeurigheid van de meting
4
LCD scherm verlichting wordt verminderd als er 15 seconden geen gebruik wordt gemaakt van de
meter en gaat helemaal uit als er geen gebruik wordt gemaakt voor een periode zoals gedefinieerd
in Menu/Setup/Scherminstellingen/Scherm uit - tijd. Druk op een willekeurige knop of tik tegen de
meter om deze te activeren.
4
De meter sluit automatisch af als deze 5 minuten niet gebruikt is.
4
- - - geeft aan dat de meting buiten bereik van de sonde is.
5
û
NIET DOEN
• Schuif de sonde over het oppervlak
• Hard neerzetten van de sonde op het oppervlak
• De meter aan zijn kabel rondslingeren
www.elcometer.com