Bedrading
Opmerkingen:
•
Raadpleeg de Instruction Manual voor volledige instructies voor de bedrading.
•
Verifieer of alle systeemcomponenten zijn geïnstalleerd conform de instructies.
•
Sluit alle kabelafschermingen aan op de aansluitingen van de MultiRanger afschermingen. Voor-
kom verschillende aardpotentialen door niet kabelafschermingen op verschillende plaatsen aan te
sluiten.
•
Houd blootgelegde aders van afgeschermde kabels zo kort mogelijk, om ruis in de kabel te reduce-
ren die wordt veroorzaakt door stralingsstrooing en opvangen van ruis.
Klemmenprintplaat
Op de klemmenstrook van de MultiRanger kunnen alle ingangen en uitgangen tegelijkertijd worden
aangesloten.
Opmerking:
Aanbevolen aanhaalmoment voor
schroefklemmen:
•
0,56 – 0,79 Nm (5 – 7 in.lbs)
De schroeven niet te strak aandraaien
Sensoren
Waarschuwing: er is een gevaarlijke spanning aanwezig op de klemmen
van de sensor tijdens bedrijf.
Voer de sensorkabel door een geaarde metalen doorvoer, gescheiden van
andere bekabeling (behalve TS-3 temperatuursensor bekabeling, indien
van toepassing).
Opmerkingen
• Gebruik geen coaxkabel vanwege elektrische ruis
interferentie.
• Sluit de afscherming en witte sensoraders niet op
elkaar aan; sluit ze aan op aparte klemmen.
• Negeer de handleidingen van de sensoren die dit
aanbevelen.
A 0.1 µF (100V of groter) condensator is inbegrepen bij de MultiRanger voor montage op oude MultiRanger
Plus installaties. Raadpleeg
handleiding voor meer informatie.
Pagina NL-6
MultiRanger – QUICK START HANDLEIDING
Algemeen Bijlage F–Upgrading
DC eenheid
in de uitgebreide MultiRanger gebruikers-
DISCRETE
INPUTS
wit
Antenne
Twee
zwart
wit
Antenne
Een
zwart
7ML19985QD83