Indien nodig de noodzakelijke werken
uitvoeren of toevertrouwen aan de
vakhandelaar. VIKING beveelt de VIKING
vakhandelaar aan.
De beschermstrips links en rechts zijn
afgestemd op de betreffende werkbreedte
en moeten altijd correct gemonteerd zijn.
Indien bij de modellen HB 445 en
HB 445 R de werkbreedte door bijkomde
stervormige hakmessen (VIKING
toebehoren) verbreed, dan moeten ook
grote beschermstrips (geleverd bij de
toebehoren) gemonteerd worden.
Het apparaat met behulp van
transportwielen naar het te bewerken
oppervlak duwen of trekken.
Voor de ingebruikname alles wegnemen
wat op het apparaat ligt (werktuigen,
doeken enz.).
4.6 Tijdens het werken
Houd andere personen uit de
gevarenzone! Werk nooit als er
zich dieren of personen, in het
bijzonder kinderen, binnen de
gevarenzone bevinden.
Opgelet! – Tijdens het werken worden er
voorwerpen als bodemmateriaal, stenen
enz. omhoog of opzij eruit geslingerd.
Het apparaat mag slechts door één
persoon alleen worden gebruikt. Als de
verbrandingsmotor loopt mag de bediener
zich niet in het werkgebied bevinden.
(
10.1)
Het apparaat mag tijdens het gebruik nooit
aan de transporthandgreep, aan de
beschermplaat of aan andere
apparaatonderdelen, behalve de
78
handgrepen aan de duwstang, opgeheven
worden of getrokken worden – en zeker
niet door een tweede persoon.
De op het apparaat geïnstalleerde
schakel- en veiligheidsinrichtingen mogen
niet worden verwijderd of overbrugd. In het
bijzonder de hendel voor wielaandrijving
nooit aan bovenstuk duwstang vastzetten
(bijv. door afbinden).
Opgelet – kans op letsel!
Houd handen of voeten nooit
tegen of onder draaiende
onderdelen. Neem steeds de
door de duwstang bepaalde
veiligheidsafstand in acht. De
veiligheidsafstand is gelijk aan de lengte
van de correct gemonteerde en
uitgeklapte duwstang – duwstang niet
wijzigen en het apparaat nooit met
neergeklapte duwstang in gebruiken
nemen.
Bevestig nooit voorwerpen aan de
duwstang (bijv. werkkleding).
Werk alleen bij daglicht of bij goede
kunstverlichting.
Werk niet met het apparaat bij regen,
onweer en met name niet bij
blikseminslaggevaar.
Bij een vochtige ondergrond is er meer
gevaar voor letsel, omdat de gebruiker
minder stabiel staat.
Om uitglijden te voorkomen moet er
bijzonder voorzichtig worden gewerkt.
Indien mogelijk het apparaat niet op een
vochtige ondergrond gebruiken.
Het apparaat met gemonteerde
stervormige hakmessen niet op
geasfalteerde bodem, plaatbodem enz. in
gebruik nemen.
Uitlaatgassen:
Levensgevaar door vergiftiging!
Stop onmiddellijk met werken bij
misselijkheid, hoofdpijn,
zichtstoornissen (b v.
blikvernauwing), slecht horen,
duizeligheid of een verminderd
concentratievermogen. Deze
symptomen kunnen onder andere
door een te hoge concentratie
uitlaatgassen worden veroorzaakt.
Het apparaat genereert giftige
uitlaatgassen zodra de
verbrandingsmotor is
ingeschakeld. Deze gassen
bevatten giftig koolmonoxide, een kleur-
en reukloos gas, en andere schadelijke
stoffen. De verbrandingsmotor mag nooit
in afgesloten of slecht geventileerde
ruimtes in werking worden gezet.
De richting van de uitlaatgassen aan de
uitlaat in het oog houden. De uitlaat nooit
op personen richten.
Starten:
Start het apparaat voorzichtig, volgens de
aanwijzingen in het hoofdstuk ¨Apparaat in
gebruik nemen¨. (
11.)
Houd uw voeten op voldoende afstand van
het werkgereedschap.
Bij het starten mag het apparaat niet
worden gekanteld.
Bij het starten mag de hendelvoor
wielaandrijving niet bediend worden.
Werken op hellingen:
Hellingen altijd in de dwarsrichting, nooit in
de lengterichting bewerken.
De gebruiker mag op de helling nooit
onder het lopende apparaat staan. Indien
hij de controle verliest, zou hij overreden
kunnen worden.
0478 403 9901 B - NL