Kans op brandwonden!
Hete oppervlakken niet aanraken.
Transmissiebehuizing wordt warm.
6. Leveringsomvang
Pos.
Omschrijving
A
Basisapparaat
B
Duwstang
C
Spanhendel
D
Transportonderstel
E
Remsteun
F
Stootstrip links
G
Stootstrip rechts
H
HB 445, HB 445 R:
Stervormig hakmes
I
HB 560, HB 585, HB 685:
Dubbel stervormig hakmes
J
HB 585, HB 685:
Enkel stervormig hakmes
K
Beschermring
L
Plantenbeschermschijf
M
Hendel wielaandrijving
(Vooruit) zwart
N
HB 445 R, HB 560,
HB 585, HB 685:
Hendel wielaandrijving
(Achteruit) rood
O
HB 445:
Borgmoer M6
P
HB 445:
Afdekking
Q
Borgmoer M6
R
Bout met vlakke kop M6
82
Pos. Omschrijving
S
HB 445, HB 445 R,
HB 585, HB 685:
Klapspie 10x40
HB 560:
Klapspie 10x40
T
Bout met vlakke kop M8
U
Inbusmoer M8
2
V
Kabelbinders
Stk.
–
Gebruiksaanwijzing
1
–
Gebruiksaanwijzing
1
Verbrandingsmotor
1
–
HB 560, HB 585, HB 685:
1
Bougiesleutel
1
7. Apparaat klaarmaken voor
1
gebruik
1
4
7.1 Montage-instructies
2
Kans op letsel!
Let op de veiligheidsinstructies in
2
het hoofdstuk "Voor uw veiligheid".
(
4.) Vooral de bougiestekker
2
aftrekken en bij alle werken aan de
2
stervormige hakmessen stevige
handschoenen dragen.
1
Let op het voorgeschreven
aandraaikoppel!
Aandrijfkabel en gaskabel alleen
1
plaatsen zoals beschreven.
Verkeerd gemonteerde kabels
(bijv. slechts plaatsen of in de
1
verkeerde aandrijfhendel) kunnen
1
de storingen veroorzaken.
● Alle beschreven werken op een
1
zuiveren, vlakke en stevige ondergrond
1
uitvoeren.
● Montagepositie in acht nemen – steeds
Stk.
op stabiele en veilige stand van het
apparaat letten.
● Instructies voor de montage van de
6
kabels correct uitvoeren, zeker alle
kabels met kabelbinders aan de
4
duwstang monteren om schade aan het
2
apparaat (zoals bij het omklappen van
2
de duwstang) of mogelijke storingen te
2
voorkomen.
1
Hendel voor wielaandrijving, startkabel
1
HB 445:
– Zwarte hendel voor wielaandrijving aan
1
de bovenzijde van de duwstang.
– Een aandrijfkabel (vooruit).
HB 445 R, HB 560, HB 585, HB 685:
– Zwarte hendel voor wielaandrijving aan
de bovenzijde van de duwstang.
– Rode hendel voor wielaandrijving aan
de onderkant van de duwstang.
– Een aandrijfkabel (vooruit). De kabel is
met een zwarte kap uitgerust en is aan
de zwarte hendel voor wielaandrijving
te monteren.
– Een aandrijfkabel (achteruit). De kabel
is met een rode kap uitgerust en is aan
de rode hendel voor wielaandrijving te
monteren.
7.2 Onderstel monteren
● Montagepositie:
Basisapparaat (A) zoals
afgebeeld naar voor omkantelen en aan
beide aandrijfassen met aangepaste
houtblokken stabiliseren (1) (hoogte 50
- 60 mm, breedte/lengte ca. 100 mm).
3
0478 403 9901 B - NL