4. Elektrische aansluiting
Waarschuwing
De elektrische aansluiting dient volgens de
lokaal geldende regels en normen plaats
te vinden.
Voordat u enige aansluitingen in de unit
maakt, dient u er zeker van te zijn dat de
voedingsspanning is uitgeschakeld en dat
deze niet per ongeluk kan worden inge-
schakeld.
De unit moet worden aangesloten op een
externe netschakelaar met een contact-
opening van ten minste 3 mm in alle polen.
Uit voorzorg moet de unit worden verbon-
den met een geaard stopcontact.
Het is aanbevolen om de permanente
installatie uit te rusten met een aardlek-
schakelaar (ELCB) met een stroom
< 30 mA.
4.1 De units aansluiten met de
gemonteerde kabel en steker
Sluit de unit aan met behulp van de meegeleverde
kabel.
4.2 De units aansluiten zonder
aangebrachte kabel en steker
1. Verwijder het besturingspaneel van de unit.
2. Voer de elektrische aansluiting uit zoals getoond
in afb.
1
of 2, pagina 151, afhankelijk van het
type motor.
3. Monteer het bedieningspaneel met de vier mon-
tageschroeven zodat beschermingsklasse IP65
wordt behouden.
4.3 Alternatieve voedingsbronnen
De PM 1 kan worden gevoed door een generator of
andere alternatieve voedingsbronnen, op voor-
waarde dat deze voldoen aan de voedingspannings-
eisen. Zie paragraaf
11. Technische
88
5. Bedieningspaneel
Afb. 4
Pos.
1
2
3
4
specificaties.
Bedieningspaneel
Beschrij-
Functie
ving
Het groene indicatielampje
brandt continu wanneer de
"Power on"
voedingsspanning is inge-
schakeld.
Het groene indicatielampje
"Pump on"
brandt continu wanneer de
pomp draait.
Het rode indicatielampje
brandt continu of knippert
wanneer de pomp gestopt
"Alarm"
is vanwege een storing.
Zie paragraaf
12.
Storingstabel.
De toets wordt gebruikt voor
• Resetten van storings-
meldingen
[Reset]
• aan- en uitzetten van de
anti-pendel functie.
Zie paragraaf
pendel.
8.1 Anti-