NL
Onjuiste aansluitingen met het elektrische systeem van een gebouw kunnen de elektrische stroom van de generator
naar het elektriciteitsnet laten lopen. Dit kan ervoor zorgen dat werknemers van het elektriciteitsbedrijf of anderen die
de leidingen tijdens een stroomuitval aanraken, geëlektrocuteerd worden. Raadpleeg het elektriciteitsbedrijf of een
gekwalificeerde elektricien.
LET OP
Onjuiste aansluitingen met het elektrische systeem van een gebouw kunnen de elektrische stroom van het
elektriciteitsbedrijf in de generator laten lopen. Wanneer de netstroom is hersteld, kan de generator ontploffen,
branden of brand veroorzaken in het elektrische systeem van het gebouw.
2) Aardingssysteem
Om elektrische schokken door defecte apparaten te voorkomen, moet de generator worden geaard. Sluit een stuk
zware draad aan tussen de aardingstklem en de aardingsbron. De generators hebben een systeemaarding die de
onderdelen van het generatorframe verbindt met de aardingsklemmen in de aansluitingen van de wisselstroomuitgang.
De systeemaarding is niet verbonden met de neutrale draad van de wisselstroom.
Als de generator wordt getest met een aansluitingstester, zal deze niet dezelfde toestand van het aardingscircuit
tonen als bij een huisaansluiting.
A A RD I N G SK LEM
Bijzondere vereisten
Er kunnen federale of nationale voorschriften voor bedrijfsveiligheid en gezondheid (OSHA), lokale regelgevingen of
verordeningen zijn die van toepassing zijn op het beoogde gebruik van de generator.
Raadpleeg een gekwalificeerde elektricien, een elektro-inspecteur of het plaatselijke agentschap dat hiervoor
bevoegd is.
• In sommige gebieden moeten generatoren worden geregistreerd bij het lokale elektriciteitsbedrijf.
• Als de generator op een bouwplaats wordt gebruikt, kunnen er aanvullende voorschriften zijn die in acht moeten
worden genomen.
3) Wisselstroomstoepassingen
Doe het volgende voordat u een apparaat of stroomkabel aansluit op de generator:
• Zorg ervoor dat deze in goede staat verkeert. Defecte apparaten of stroomkabels kunnen elektrische schokken
veroorzaken.
• Als een apparaat abnormaal begint te werken, traag wordt of plotseling stopt, schakelt u het onmiddellijk uit. Koppel
het apparaat los en controleer of het probleem bij het apparaat ligt of de nominale belastingscapaciteit van de
generator is overschreden.
• Zorg ervoor dat de elektrische spanning van het gereedschap of apparaat niet hoger is dan die van de generator.
Overschrijd nooit het maximale vermogen van de generator. Vermogenniveaus tussen de nominale en maximale
waarde mogen niet langer dan 30 minuten worden gebruikt.
OPMERKING
Een grote overbelasting zorgt ervoor dat de stroomonderbreker wordt uitgeschakeld.
Door de tijdslimiet voor het maximale vermogen te overschrijden of een lichte overbelasting van de generator,
wordt de generator mogelijk niet uitgeschakeld. De levensduur van de generator wordt er wel door verkort.
Beperk het maximale vermogen tot 30 minuten. Bij een continu gebruik mag het nominale vermogen niet worden
overschreden. In elk geval moet er rekening worden gehouden met de totale vermogensvereisten (VA) van alle
aangesloten apparaten. Fabrikanten van apparaten en elektrische gereedschappen geven meestal informatie over het
vermogen op in de buurt van het modelnummer of serienummer.
① Start de motor
4) Wisselstroom produceren
② Schakel de wisselstroomonderbreker in.
③ Sluit het apparaat aan.
De meeste apparaten met een motor vereisen tijdens het starten een hoger vermogen dan hun nominale vermogen.