De koplamp gebruiken
•
Zet de aan/uit-schakelaar in stand (A) om de
koplamp in te schakelen.
B
•
Zet de aan/uit-schakelaar in stand (B) om de
koplamp uit te schakelen.
Het maaidek inschakelen en
ontkoppelen
WAARSCHUWING:
maaidek alleen als er een deflector of
grasopvangbak op de grasuitworp is
gemonteerd.
Het product heeft een dodemansregeling (OPC).
Wanneer u de stoel verlaat terwijl de motor en het
maaidek zijn ingeschakeld, stopt de motor.
Blijf in het midden van de stoel zitten om ervoor te
zorgen dat de motor correct werkt en op ruig terrein
of heuvels niet stopt.
1. Selecteer de juiste maaihoogte. Zie
afstellen op pagina 101 .
2. Beweeg de koppelingshendel van het opzetstuk.
a) Beweeg de koppelingshendel van het
opzetstuk naar voren om het maaidek in te
schakelen.
b) Beweeg de koppelingshendel van het
opzetstuk naar achteren om het maaidek te
ontkoppelen.
1707 - 001 - 10.09.2021
Het achteruitrijsysteem (ROS)
gebruiken
Let op:
product terwijl het maaidek is ingeschakeld, stopt de
motor onmiddellijk. Schakel het ROS in om achteruit
te rijden met het product wanneer het maaidek is
ingeschakeld.
A
1. Zet de besturingshendel in de neutrale stand.
A
Gebruik het
2. Draai de contactsleutel linksom naar de stand
"ON" (A) van het ROS om het ROS in te
schakelen.
Maaihoogte
3. Beweeg de besturingshendel langzaam naar de
stand voor achteruitrijden om achteruit te rijden.
4. Draai de contactsleutel rechtsom naar de stand
"ON" (B) om het ROS uit te schakelen.
Een goed maairesultaat verkrijgen
•
Voor optimale prestaties adviseren wij u het
product te onderhouden volgens het
onderhoudsschema. Zie
pagina 105 .
•
Maai geen nat gras. Nat gras kan een slecht
maairesultaat opleveren.
•
Gebruik geen bandkettingen wanneer u het
maaidek aan het product bevestigt.
•
Zorg ervoor dat het maaidek waterpas is. Zie
uitlijning van het maaidek afstellen op pagina
111 .
•
Begin met een hoge maaihoogte en verlaag die
geleidelijk als het gras hoog is.
•
Rijd het product met lage snelheid vooruit als het
gras hoog en dik is.
•
Gebruik volgas bij het grasmaaien.
•
Maai het gras in een onregelmatig patroon.
•
Gebruik de linkerkant van het maaidek wanneer
u in de buurt van bomen, struiken of paden
maait. Het blad snijdt ongeveer 15 mm naar de
binnenzijde vanaf de zijkant van het maaidek.
Als u probeert achteruit te rijden met het
WAARSCHUWING:
voordat en terwijl u met het product
achteruit rijdt naar beneden en achter
het product voor de veiligheid van
anderen.
B
Onderhoudsschema op
Kijk
De
103