ATLAS D 30 SI UNIT
4. SERVICE EN ONDERHOUD
Alle hieronder beschreven werkzaamheden die afstellingen, wijzigingen, inbedrijfstelling
en onderhoud betreffen, mogen uitsluitend worden uitgevoerd door gekwalificeerd en
hiervoor opgeleid personeel (dat voldoet aan de technisch-professionele vereisten op
grond van de geldende voorschriften), zoals het personeel van de plaatselijke Techni-
sche Klantenservice.
FERROLI is geenszins aansprakelijk voor schade aan zaken en/of persoonlijk letsel, ve-
roorzaakt door ingrepen op het apparaat, uitgevoerd door onbevoegde en ondeskundige
personen.
4.1 Instellingen
Activeren TEST-modus
Druk gedurende 5 seconden tegelijk op beide verwarmingstoetsen
3 en 4 - fig. 1) om de modus TEST te activeren. De verwarmingsketel slaat aan, onge-
acht het feit of er om verwarming of warm sanitair water gevraagd wordt.
Op de display knipperen de symbolen van verwarming (detail 24 - fig. 1) en sanitair water
(detail 12 - fig. 1).
fig. 27 - Functie TEST
Herhaal de procedure om de TEST-modus te deactiveren.
Na 15 minuten wordt de TEST-modus automatisch gedeactiveerd.
Afstellen brander
De brander wordt in de fabriek afgesteld zoals vermeld in tabella 6. De brander kan op
een ander vermogen ingesteld worden door in te grijpen op de pompdruk, de sproeier
en de kop en luchttoevoer af te stellen, zoals in de volgende paragrafen beschreven wor-
dt. Het gewijzigde vermogen dient echter binnen het nominale bedrijfsveld van de ketel
te liggen. Controleer na de afstelling, met een toestel voor brandstofanalyse, of het
gehalte aan CO 2in de rookgassen tussen 11% en 12% ligt.
Tabella. 6 - Afstellen brander
Model
Debiet
Model
Debiet
ketel
vermogen
brander
brander
kW
kg/uur
ATLAS D 30 SI
30.1
SUN
2.54
UNIT
Tabel debiet oliesproeiers
In tabella 7 staat het oliedebiet vermeld (in kg/h) bij variaties van pomp- en sproeierdruk.
NB. - Onderstaande waarden dienen uitsluitend als leidraad, want er moet rekening
worden gehouden met het feit dat het debiet van de sproeiers ± 5% kan variëren. Bo-
vendien neemt bij branders met voorverwarmer het brandstofdebiet af met ongeveer 10.
Tabella. 7
Pompdruk kg/cm2
SPROEIER
8
9
G.P.H.
0.40
1.36
1.44
0.50
1.70
1.80
0.60
2.04
2.16
0.65
2.21
2.34
0.75
2.55
2.70
0.85
2.89
3.06
1.00
3.40
3.61
Debiet bij uitgang van de sproeier in kg/h
All manuals and user guides at all-guides.com
Druk
Afstelling
Sproeier
pomp
kop
US
Gall/
Hoek
Code
Bar
L
uur
0.65
60°
35601320
10
22
10
11
12
13
1.52
1.59
1.67
1.73
1.90
1.99
2.08
2.17
2.28
2.39
2.50
2.60
2.47
2.59
2.71
2.82
2.85
2.99
3.12
3.25
3.23
3.39
3.54
3.68
3.80
cod. 3540S516 - Rev. 01 - 03/2015
Regeling pompdruk
Voor een optimale werking wordt de druk van de pomp in de fabriek afgesteld; dit dient
in de regel niet te worden gewijzigd. Als het om bijzondere redenen echter nodig is een
andere druk in te stellen, moet, nadat de manometer is aangebracht en de brander is
ingeschakeld, de stelschroef "6", aangegeven in fig. 28 en fig. 29 worden bijgesteld. Het
wordt hoe dan ook aanbevolen een druk in te stellen binnen het bereik van 10 - 14 bar.
10
15
5
20
0
25
(detail
Afstelling
lucht
Streepje
11
14
1.80
2.25
2.70
2.92
3.37
3.82
1.
Ingang (aanzuiging)
2.
Retouropening
3.
Uitgang bij sproeier
4.
Aansluiting drukmanometer
5.
Aansluiting vacuümmeter
6.
Stelschroef
7.
By-passschroef
fig. 28 - Pomp SUNTEC
10
15
5
20
0
25
fig. 29 - Pomp DANFOSS
NL
69