BSV 3, BSV 4, BKV 2/4
In de handel verkrijgbare aardlekschakelaars met AC of type A uitschakel-
karakteristieken kunnen deze foutstromen niet detecteren, zodat een correcte
uitschakeling van de aardlekschakelaar niet gewaarborgd is en het risico van
een elektrische schok bij een fout toeneemt.
Raadpleeg een gekwalificeerde elektricien.
Voordat u het apparaat in gebruik neemt, dient u de elektrische installatie door
een gekwalificeerde elektricien te laten controleren om er zeker van te zijn dat u
het apparaat of de aan te sluiten belastingen kunt gebruiken.
Na het doorslaan van een aardlekschakelaar moeten alle automaten in de
stroomkring van het elektrische systeem, ook die van het gebruikte voedings-
punt, door een erkende elektricien op werking en doelmatigheid worden
gecontroleerd. Neem hiervoor de landspecifieke specificaties in acht.
In het verdere verloop van de inbedrijfstelling:
Voed de stroomverdeler via de aansluitkabel en schakel de beveiligingsinrichtingen in
(zie bladzijde 2, punt 3).
OPERATIE
Indien de stroomverdelers zijn uitgerust met zekeringselementen, kan de toewijzing
aan de stopcontacten worden gevonden in de illustraties direct op het product.
•
´Om een verbruiker aan te sluiten, zwaait u het klapdeksel van de contactdoos open
en steekt u de stekker van de verbruiker er volledig in.
•
Om een verbruiker te verwijderen, schakelt u eerst de aangesloten verbruiker uit, tilt
u het klapdeksel van het stopcontact iets op en trekt u de stekker uit het stopcontact.
WAARSCHUWING
Onjuiste bediening kan het toestel beschadigen en persoonlijk letsel tot gevolg
hebben.
•
Trek een ingestoken apparaatstekker alleen aan de stekkerbehuizing uit het stopcontact.
•
Trek de stekker niet aan het snoer uit het stopcontact.
•
Zorg ervoor dat de kabels niet worden gebogen, afgekneld of overreden en dat ze
niet in contact komen met externe warmtebronnen.
ONDERHOUD
Regelmatig onderhoud draagt bij tot een langere levensduur en ondersteunt de
probleemloze en veilige werking van het toestel. Mogelijke foutenbronnen kunnen
aldus in een vroeg stadium worden opgespoord en gevaren kunnen worden vermeden.
Controle van het toestel op beschadiging
•
Inspecteer het toestel visueel op uitwendige schade (bv. ontbrekende onderdelen,
materiaalwijzigingen, barsten, enz.).
•
Controleer de scharnierende afdekkingen van de contactdozen en de kijkvensters
op goede werking.
•
Als het klapdeksel van een wandcontactdoos beschadigd is of niet goed kan
worden gesloten, laat het dan vervangen door een gekwalificeerde elektricien.
027621 BA_Baustromverteiler 0533497.indd 33
027621 BA_Baustromverteiler 0533497.indd 33
Gebruiksaanwijzing
33
06.07.21 14:02
06.07.21 14:02