Bosch GTC 400 C Professional Manual Original página 67

Ocultar thumbs Ver también para GTC 400 C Professional:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 35
Aanwijzing: Gebruik voor het wegnemen van de batterijen
geen gereedschap (bijv. een schroevendraaier, omdat an-
ders de huls zou kunnen breken.
Vervang altijd alle batterijen tegelijk. Gebruik alleen batterij-
en van één fabrikant en met dezelfde capaciteit.
Haal de batterijen uit het meetgereedschap, wanneer
u
u dit langere tijd niet gebruikt. De batterijen kunnen bij
een langere periode van opslag in het meetgereedschap
corroderen en zichzelf ontladen.
Gebruik met accu (zie afbeelding C)
Aanwijzing: Het gebruik van accu's die niet geschikt zijn
voor uw meetgereedschap, kan leiden tot storingen of be-
schadiging van het meetgereedschap.
Gebruik alleen de in de technische gegevens vermelde
u
oplaadapparaten. Alleen deze oplaadapparaten zijn af-
gestemd op de Li-Ion-accu die bij uw meetgereedschap
moet worden gebruikt.
De Lithium-Ion-accu kan op elk moment worden opgeladen
zonder de levensduur te verkorten. Een onderbreking van
het opladen schaadt de accu niet.
Voor het plaatsen van de geladen accu (23) schuift u deze in
de accuschacht (18) tot deze voelbaar vastklikt en vlak af-
sluit met de handgreep van het meetgereedschap.
Voor het verwijderen van de accu (23) drukt u op de
ontgrendelingstoetsen (19) en trekt u de accu uit de
accuschacht (18). Gebruik daarbij geen geweld.
Gebruik
Bescherm het meetgereedschap tegen vocht en fel
u
zonlicht.
Stel het meetgereedschap niet bloot aan extreme tem-
u
peraturen of temperatuurschommelingen. Laat het
bijv. niet gedurende langere tijd in de auto liggen. Laat het
meetgereedschap bij grotere temperatuurschommelin-
gen eerst op temperatuur komen, voordat u het in gebruik
neemt. Bij extreme temperaturen of temperatuurschom-
melingen kan de nauwkeurigheid van het meetgereed-
schap nadelig beïnvloed worden.
Let op een correcte acclimatisering van het meetge-
u
reedschap. Bij sterke temperatuurschommelingen kan
de acclimatiseringstijd tot wel 60 minuten bedragen. Dit
kan bijvoorbeeld het geval zijn, wanneer u het meetge-
reedschap in een koude auto opbergt en dan een meting
in een warm gebouw uitvoert.
Vermijd heftige stoten of vallen van het meetgereed-
u
schap. Na sterke invloeden van buitenaf en bij opvallende
zaken in de functionaliteit moet u het meetgereedschap
bij een geautoriseerde Bosch-klantenservice laten con-
troleren.
In-/uitschakelen
Klap voor het meten de beschermkap (1) open. Let er tij-
dens het werk op dat de infraroodsensor niet afgesloten
of afgedekt wordt.
Bosch Power Tools
Voor het inschakelen van het meetgereedschap drukt u op
de aan/uit-toets (9). Op het display (14) verschijnt een
startsequentie. Na de startsequentie begint het meetgereed-
schap direct met de meting en gaat hier continu tot aan het
uitschakelen mee door.
Aanwijzing: In de eerste minuten kan het voorkomen dat het
meetgereedschap zichzelf vaker afstelt, omdat de sensor- en
omgevingstemperatuur nog niet zijn gelijkgesteld. De her-
nieuwde sensorafstelling maakt een nauwkeurige meting
mogelijk.
Gedurende deze tijd kan de temperatuuraanduiding met ~
gemarkeerd zijn. Tijdens de sensorafstelling bevriest het
warmtebeeld even. Bij sterke schommelingen van de omge-
vingstemperatuur wordt dit effect versterkt. Schakel daarom
het meetgereedschap indien mogelijk al enkele minuten vóór
aanvang van de meting in, zodat het zich thermisch kan sta-
biliseren.
Voor het uitschakelen van het meetgereedschap drukt u op-
nieuw op de aan/uit-toets (9). Het meetgereedschap slaat
alle instellingen op en schakelt daarna uit. Sluit de
beschermkap (1) voor een veilig transport van het meetge-
reedschap.
In het hoofdmenu kunt u kiezen of en na welke tijd het meet-
gereedschap automatisch moet uitschakelen (zie „Hoofdme-
nu", Pagina 69).
Als de accu of het meetgereedschap zich buiten de in de
technische gegevens aangegeven gebruikstemperatuur be-
vindt, dan wordt het meetgereedschap na een korte waar-
schuwing (zie „Fouten – oorzaken en verhelpen", Pagi-
na 71) automatisch uitgeschakeld. Laat het meetgereed-
schap op de juiste temperatuur komen en schakel het daarna
weer in.
Meetvoorbereiding
Emissiegraad voor oppervlaktetemperatuurmetingen
instellen
De emissiegraad van een object is afhankelijk van het materi-
aal en van de structuur van zijn oppervlak. Deze geeft aan
hoeveel infrarood-warmtestraling het object in vergelijking
met een ideale warmtestraler (zwart lichaam, emissiegraad
ε = 1) afgeeft en bedraagt dienovereenkomstig een waarde
tussen 0 en 1.
Voor het bepalen van de oppervlaktetemperatuur wordt con-
tactloos de natuurlijke infrarood-warmtestraling gemeten die
het object waar het meetgereedschap op wordt gericht, uit-
zendt. Voor correcte metingen moet de bij het meetgereed-
schap ingestelde emissiegraad vóór elke meting gecontro-
leerd en eventueel aan het meetobject aangepast worden.
De in het meetgereedschap vooringestelde emissiegraden
zijn richtwaarden.
U kunt een van de vooringestelde emissiegraden selecteren
of een nauwkeurige getalswaarde invoeren. Stel de gewens-
te emissiegraad via het menu <Meting> → <Emissiegraad>
in (zie „Hoofdmenu", Pagina 69).
Correcte temperatuurmetingen zijn alleen mogelijk,
u
wanneer de ingestelde emissiegraad en de emissie-
graad van het object overeenstemmen.
Nederlands | 67
1 609 92A 6KU | (06.10.2021)

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido