Montage
Batterijen inzetten of vervangen
Lijnlaser
Voor het gebruik van het meetgereedschap worden alkalimangaanbatte-
rijen geadviseerd.
– Open het batterijvak van het meetgereedschap.
– Let bij het inzetten van de batterij op de juiste poolaansluitingen over-
eenkomstig de afbeelding in het batterijvak.
– Vervang altijd alle batterijen tegelijkertijd. Gebruik alleen batterijen
van één fabrikant en met dezelfde capaciteit.
Neem de batterijen uit het meetgereedschap als u het lang-
durig niet gebruikt. Als de batterijen lang worden bewaard, kun-
nen deze gaan roesten en leegraken.
Laserontvanger
Voor het gebruik van de laserontvanger worden alkalimangaanbatterijen
geadviseerd.
– Open het batterijvak 15 aan de achterzijde van de laserontvanger.
– Let bij het inzetten van de batterij op de juiste poolaansluitingen over-
eenkomstig de afbeelding in het batterijvak.
Neem de batterij uit de laserontvanger als u deze gedurende
lange tijd niet gebruikt. De batterij kan roesten of zijn lading ver-
liezen als deze lang wordt bewaard.
– Vervang de accu zodra de accu-indicatie 21 brandt.
Meetgereedschap opstellen
– Plaats het meetgereedschap op een stabiele ondergrond.
of
– Zet het meetgereedschap in de houder 7. (zie afbeelding A)
De houder kunt u op een standaardstatief monteren of met schroe-
ven aan een muur bevestigen.
Met de bij de houder passende deelcirkel 8 kunt u het meetgereed-
schap telkens max. 90° draaien.
Vanwege de hoge nivelleernauwkeurigheid reageert het meetgereed-
schap zeer gevoelig op trillingen en verplaatsingen. Let daarom op een
stabiele positie van het meetgereedschap om onderbrekingen van het
gebruik door opnieuw nivelleren te voorkomen.
2 610 A13 773 • 17.2.10
Nederlands | 77