– Projecteer het kruis op beide muren door het meetgereedschap te
draaien en markeer de snijpunten van de laserstralen.
– Stel het meetgereedschap op een afstand van 60 cm tot een van de
twee muren op en markeer twee nieuwe punten.
– Bepaal het hoogteverschil tussen de gemarkeerde punten op beide
muren (D1 en D2).
Als de afstand tussen D1 en D2 kleiner dan 3 mm is, is het meetgereed-
schap gekalibreerd.
Als de afstand tussen de beide punten groter dan 3 mm is, moet het
meetgereedschap gekalibreerd worden.
Controle van de horizontale lijn van zijkant naar zijkant (zie
afbeelding C2)
– Zet het meetgereedschap in de houder 7 en stel het op een afstand
van 5 m tot een muur op.
– Druk op de modustoets 3.
– Markeer het snijpunt van de laserstralen en een 2,5 m verwijderd
punt (A) op de horizontale laserstraal.
– Draai het meetgereedschap zodanig dat het snijpunt van de laser-
stralen 5 m van het eerste punt op de andere zijde van punt (A) ver-
wijderd wordt geprojecteerd.
De afwijking van de horizontale laserstraal tot het eerder gemarkeerde
punt (A) mag niet groter dan 3 mm zijn.
Opmerking: Het meetgereedschap wordt tijdens de productie afge-
steld en hoeft niet te worden gekalibreerd. Mocht instelling van het meet-
gereedschap toch nodig zijn, neem dan contact op met uw leverancier
of een erkende klantenservice voor Bosch elektrische gereedschappen.
Onderhoud en service
Onderhoud en reiniging
Houd het meetgereedschap altijd schoon.
Dompel het meetgereedschap niet in water of andere vloeistoffen.
Verwijder vuil met een droge, zachte doek. Gebruik geen reinigings- of
oplosmiddelen.
Reinig in het bijzonder de opening van de laser regelmatig en let daarbij
op pluizen.
Mocht het meetgereedschap ondanks zorgvuldige fabricage- en testme-
thoden toch defect raken, dient de reparatie te worden uitgevoerd door
een erkende klantenservice voor Bosch elektrische gereedschappen.
Open het meetgereedschap niet.
2 610 A13 773 • 17.2.10
Nederlands | 81