E E e e n n i i n n z z i i t t t t e e n n d d e e o o v v e e r r b b r r e e n n g g e e n n
W W A A A A R R S S C C H H U U W W I I N N G G
• Activeer ter voorkoming van instabiliteit altijd de rem wanneer een patiënt op het product gaat zitten of eraf stapt.
• Belast het product niet meer dan het veilige draagvermogen van 226,8 kg (500 lb).
• Laat de patiënt ter voorkoming van kantelen niet overhellen buiten de omtrek van het product.
L L E E T T O O P P
• Activeer altijd de rem om onbedoelde beweging te voorkomen.
• Plaats geen kinderzitjes, babydraagmanden of andere voorwerpen op de zitting van het product of de schoot van de
patiënt.
• Houd de handen en voeten van de patiënt en de bediener altijd uit de buurt van de opklaparmsteun wanneer u deze
omhoog of omlaag zet, om het risico van beknelling te vermijden.
• Ter voorkoming van instabiliteit geen voorwerpen aan de duwhandgrepen, dossierhouder, optionele zuurstoffleshouder
of opklaparmsteunen hangen.
• Maak vóór activering altijd het bewegingstraject van de wegdraaivoetsteunen vrij om beknelling te voorkomen.
• Ter voorkoming van instabiliteit niet op de opklaparmsteunen, voetsteun, beensteun of rugleuning zitten, staan of
leunen.
• Gebruik de opklaparmsteunen, dossierhouder, optionele zuurstoffleshouder en de optionele infuuspaal niet om aan te
duwen/trekken.
Gebruik de P P r r i i m m e e T T C C uitsluitend voor één patiënt tegelijk, die in staat is rechtop te zitten, zonder ondersteuning, in
overeenstemming met de richtlijnen voor patiëntenvervoer van de instelling.
Een patiënt overbrengen (zie De opklapvoetsteun wegbergen (pagina 14)):
O O p p m m e e r r k k i i n n g g - - Houd de voetsteun in de opgeborgen stand wanneer er geen patiënt op de P P r r i i m m e e T T C C z z i i t t . .
1. Plaats de stoel nabij de patiënt.
2. Druk het rempedaal omlaag om de rem te activeren. Duw tegen het product om te controleren of de rem werkt.
3. Help de patiënt om op de P P r r i i m m e e T T C C te gaan zitten. Ga na of de patiënt rechtop tegen de rugleuning aan zit.
4. Zet de opklapvoetsteun in de vervoerstand door met uw voet de voetsteunhendel (A) (Afbeelding 4) op te lichten.
5. Plaats de voeten van de patiënt volledig op de voetsteunen.
6. Zet de opklaparmsteunen omlaag en zorg dat de armen van de patiënt volledig op de armsteunen rusten.
E E e e n n p p a a t t i i ë ë n n t t v v e e r r w w i i j j d d e e r r e e n n
W W A A A A R R S S C C H H U U W W I I N N G G
• Activeer ter voorkoming van instabiliteit altijd de rem wanneer een patiënt op het product gaat zitten of eraf stapt.
• Laat de patiënt ter voorkoming van kantelen niet overhellen buiten de omtrek van het product.
NL
12
A A f f b b e e e e l l d d i i n n g g 4 4 – – H H e e n n d d e e l l o o p p k k l l a a p p v v o o e e t t s s t t e e u u n n
A
1460-109-005 Rev D.1