C
Gebruik van het toestel
Gasaansluiting
OPGELET
Alvorens elk werk aan de
gasinstallatie aan te vatten,
s l u i t d e g a s t o e v o e r a f .
Ontploffingsgevaar
Laat uw oven werken in een droge omgeving.
• Installeer de buizenklem op de slang. Duw
een van de slangen tot het uiteinde van de
leiding.
• Voor de controle van de dichtheid,
zorg ervoor dat de knoppen van het
bedieningspaneel gesloten zijn maar dat de
gasfles open staat. Breng een zeepoplossing
aan op de aansluitpunten. Wanneer er een
gaslek is, zult u merken dat er zich schuim
vormt in de zone die is ingestreken met de
zeepoplossing.
• Inspecteer opnieuw de gasaansluiting.
• Op het moment waarop u uw oven op zijn
plaats zet, moet deze op hetzelfde niveau
van het werkblad staan. Plaats hem indien
nodig op dit niveau met behulp van de
verstelpoten.
• V e r m i j d d a t d e g a s s l a n g e n d e
elektriciteitskabel van uw oven over warme
zones lopen, vooral aan de achterkant
van de oven. Verplaats geen oven die
aangesloten is op het gas. Door de hoge
druk kan de slang loskomen en aanleiding
geven tot een gaslek.
• Gebruik een flexibele slang voor de
gasaansluiting.
72
NL
Voor een LPG-aansluiting;
Hoofdgasleiding
Dichting
Ingangsaansluiting
van de slang
IJzer in metaal
LPG-aansluitslang
• Voor de LPG-aansluiting (gasfles), plaats
de metalen ijzers op de slang die uit de
LPG-fles komt. Op voorwaarde dat in kokend
water wordt verwarmd, plaats een uiteinde
van de slang op de ingangsaansluiting
van de slang achteraan het toestel door
er heel hard op te duwen. Bij het plaatsen
van het ijzer naar het gedeelte van het
uiteinde van de slang, schroef vast met
een schroevendraaier. De dichtingsring
en de ingangsaansluiting van de slang die
nodig zijn voor de verbinding zijn zoals
aangegeven op de figuur.
OPMERKING
De regulator die op de LPG-
fles moet worden bevestigd,
moet beschikken over 300
mmSS.
Voor de aansluiting van aardgas
Hoofdleiding
voor gas
Dichting
Moer
Aansluitslang
voor aardgas
OPGELET
D e a a r d g a s a a n s l u i t i n g
m o e t g e b e u re n d o o r e e n
e r ke n d e s e r v i ce . Vo o r d e
aardgasaansluiting, plaats de
dichting in de moer aan het
uiteinde van de aansluitslang
voor aardgas. Draai de moer
om de slang aan te sluiten op
de hoofdgasleiding. Voltooi
de aansluiting middels een
controle op gaslekken.
Passage voor de gasslang
• Sluit het toestel via de kortst mogelijke
weg aan op het kraantje van de gasleiding en
wel zodanig dat er geen gaslek kan worden
waargenomen.
• Om de dichtheid te controleren, zorg ervoor
dat de knoppen van het bedieningspaneel
gesloten zijn en dat de gasfles open staat.
OPGELET
Vermijd tijdens een controle
op gaslekken het gebruik van
een aansteker, een lucifer, een
sigaret of een gelijkaardige
substantie.
Gebruik van het toestel
• Breng een zeepoplossing aan op de
aansluitpunten. Wanneer er een lek is,
zullen er belletjes verschijnen.
• Wanneer u het toestel op zijn plaats zet,
zorg ervoor dat dit op hetzelfde niveau als
het werkblad gebeurt. Stel indien nodig de
pootjes af op het niveau van het werkblad.
• Plaats het toestel op een vlak oppervlak
en gebruik het in een goed verluchte ruimte.
1
Figuur
2
Figuur
NL
C
73