INSTRUCTIEHANDLEIDING
6.
MOGELIJKE STORINGEN, OORZAKEN EN OPLOSSINGEN
PROBLEMEN
– Het waterdebiet
is onvoldoende.
– Er verschijnen
geen luchtbellen.
– De pomp start
niet.
– De pomp stopt.
– De pomp zuigt
geen water aan.
– De bescherming
van de motor
slaat uit.
– Lawaai.
OORZAKEN
– Hercirculatie van het water.
– Het maximaal debiet van de pomp is
laag.
– De filter (9) die op de slang is
gemonteerd is vuil en laat geen lucht
door.
– De luchtpassage op de voorplaat (6)
is verstopt door insekten of vreemde
voorwerpen.
– De luchtregeling is gesloten.
– De capilaire buis (7) is niet
aangesloten of lekt.
– De installatie staat niet onder
spanning.
– De werking van de precisie
microschakelaar gebeurt niet
correct.
– De thermische zekering van de
pompbescherming slaat uit.
– De thermische zekering van de
motorbescherming slaat uit.
– De diferentiaalzekering van de
installatie slaat uit.
– Storing van de elektrische
verbinding.
– De pomp is niet gevuld.
– Aanzuigleidingen zijn niet
hermetisch zodat de pomp lucht
aanzuigt.
– De aanzuigleiding is lang en
de pomp is geplaatst boven het
waterniveau van het zwembad.
– Waterniveau in zwembad
onvoldoende, pomp zuigt lucht aan.
– Condensator defect.
– Pomp is vastgelopen vanwege
obstructie van de schoepenwaaier.
– Er komt lucht in de pomp.
– Lawaai veroorzaakt door lagers.
– Vreemde voorwerpen in de pomp.
– Controleer de correcte montage van de componenten
en in het bijzonder de aanwezigheid van de ring.
– Controleer de correcte dimensionering van de pomp.
– Maak de filter (9) schoon en verwijder het vuil.
– Maak schoon en verzeker de luchtpassage naar de
spuitkop.
– Bij het openen van de luchtregeling moeten er
luchtbelletjes vrijkomen.
– Controleer de correcte werking van de capilaire
buis (7).
– Wacht op de elektrische voeding.
– Controleer de de doorgang van elektrische stroom op
de drukschakelaar door deze in en uit te schakelen.
– Controleer de correcte ventilatie van de ruimte en of de
luchtpassage van de pompventilator niet verstopt is.
– Controleer of de stroomintensiteit van de pomp lager of
gelijk is aan de capaciteit van de thermische zekering.
– Controleer op een fout in de isolering of de byepass.
– Contreel of de elektrische aansluiting correct is
uitgevoerd.
– Vul het aanzuiglichaam tot het niveau van van de
aanzuigverbinding.
– Reparatie van lekken.
– Purgeer de lucht van de pomp.
– Er moet een terugslagklep zonder veerdruk worden
geplaatst op de aanzuigbuis om te voorkomen dat het
water uit de aanzuigbuis terugstroomt.
– Verhoog het waterniveau van het zwembad tot
minstens 10 cm boven de plaat.
– Controleer de correcte waarde van de condensator.
– Vervang deze indien defect.
– De motoras moet zacht lopen.
– In tegengesteld geval moet de pomp door de
technische dienst worden gerepareerd.
– Repareer lekken.
– De pomp moet worden gerepareerd door de
servicedienst.
– Elimineer deze zoals aangegeven in de
pomphandleiding.
31
OPLOSSINGEN