Medline DYNJWE1305 Instrucciones De Uso página 9

Aansluiting van drain / plaatsing van drainage
Plaats de drain in het wondgebied en controleer daarbij of alle openingen, kanalen of gangen zich in het
wondgebied bevinden.
1. Bevestig een drain of adapter aan de patiëntpoort (B).
2. Voor aansluiting van twee drains (alleen ballon van 400 cc/mL): Gbevestig een tweede drain of adapter op
de Patiëntpoort 2 (E).
3. Druk het reservoir (D) stevig in om lucht te verwijderen.
4. Sluit de afvoerpoort (C) met de stop (A).
5. Reservoir loslaten (D) – de werking van het gesloten wonddrainsysteem is begonnen.
Het reservoir dient ter hoogte van de patiënt of lager dan de uitgangsplaats van de drain te worden geplaatst
om voldoende afzuiging in stand te houden.
Tijdens de drainage dient nauwlettend te worden gecontroleerd of het reservoir niet te vol is.
Siliconenreservoir
100 cc/mL
Afvoerpoort (C)
Stop (A)
Reservoir (D)
Siliconenreservoir
400 cc/mL
Patiëntpoort 2 (E)
Patiëntpoort 1 (B)
Reservoir (D)
Patiëntpoort (B)
Strap
Klem
Afvoerpoort (C)
Stop (A)
Siliconenreservoir
Afvoerpoort (C)
Stop (A)
Reservoir (D)
Afvoeren
Maak indien noodzakelijk de stop los om het
reservoir te legen en voer volgens ziekenhuis-
voorschriften af.
Risico's verbonden met hergebruiken
Het gesloten wonddrainsysteem is niet gevalideerd
voor hergebruik. Het ontwerp van het hulpmiddel
maakt het reinigen van het hulpmiddel niet mo-
gelijk; dit kan leiden tot verhoogd risico op infectie
indien het
hulpmiddel niet correct is ontsmet.
Het hulpmiddel werkt mogelijk niet zoals bedoeld
door de fabrikant wanneer het wordt hergebruikt,
opnieuw wordt gesteriliseerd of opnieuw wordt
ontsmet. Hergebruik van het product kan leiden
tot materiaalachteruitgang en uiteindelijk het falen
van het hulpmiddel.
9
200 cc/mL
Patiëntpoort (B)
Strap
Klem