Descargar Imprimir esta página

Asco 551 Serie Instrucciones De Puesta En Marcha Y Mantenimiento página 6

Ocultar thumbs Ver también para 551 Serie:

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 4
INSTALLATIE-EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES
Monostabiele magneetventielen serie 552-553 voor veiligheidstoepassingen
Aluminium of roestvrij staal, 3/8" 1/2" getapt - NAMUR
aansluitpatroon volgens IEC norm 61508 (SIL goedkeuring)
BESCHRIJVING VAN DE GOEDKEURING
Versies waarop de goedkeuring betrekking heeft:
Alleen serie 552-553, aluminium of roestvrij staal, monostabiel
(veerretour), 3/2 NG (normaal gesloten) functie of 5/2, versie
geïsoleerd van de buitenatmosfeer. Versies met handmatige
terugstelling of met handmatige terugstelling van het impuls-
type:
- met ¼" getapte aansluiting (Sluit de druktoevoer niet aan op
ontluchtingspoort 3. De "hermetisch afgedichte" constructie is
niet geschikt als "verdeelfunctie" of voor gebruik in NO functie.
Speciale uitvoeringen op aanvraag)
- met NAMUR-aansluitpatroon voor directe montage op enkelwer-
kende (functie 3/2 NG) of dubbelwerkende (functie 5/2) pneumatische
actuators. De functie van het ventiel kan worden omgezet van 3/2 NG
in 5/2 door de geleverde 13/2 NG of 5/2 aansluitplaat te monteren
op de onderkant van het ventiel (fi g. 3e, 13b ref. 1a en 1b). (Sluit
de druktoevoer niet aan op ontluchtingspoort 3. De "hermetisch
afgedichte" constructie is niet geschikt voor gebruik in NO functie.
Speciale uitvoeringen op aanvraag)
Het gebruik van enig ander product is verboden en dit gebruik
valt niet onder deze goedkeuring.
IEC norm 61508 beschrijft een reeks algehele vereisten voor iedere
fase in de levenscyclus van een veiligheidssysteem. De betrouw-
baarheidsanalyse die is uitgevoerd door TÜV heeft aangetoond dat
deze ventielen geschikt zijn voor gebruik in systemen met een veilig-
heidsniveau tot en met SIL 4. Voor de installatie, het onderhoud, het
testen en de inwerkingstelling van deze ventielen raden wij aan de
documenten te gebruiken volgens IEC norm 61508. Afhankelijk van
het SIL-niveau worden hierin de noodzakelijke maatregelen vermeld
met betrekking tot de bevoegdheid, de kwalifi catie en de onafhan-
kelijkheid van het verantwoordelijke personeel. Alle aanwijzingen en
voorschriften in de algemene installatie- en onderhoudsinstructies
vormen de basis van de bovengenoemde documenten. Om de be-
trouwbaarheid te garanderen dient tevens te worden voldaan aan
alle aanvullende voorschriften die hierna worden genoemd.
- Sluit de buizen voor de vereiste functies aan volgens deze docu-
mentatie en de aansluitmarkeringen op het product. (pagina ...)
- Zorg ervoor dat er geen vreemde materie in het circuit komt om
te voorkomen dat de ventielwerking geblokkeerd raakt. Beperk het
gebruik van afdichttape of afdichtmateriaal tot een minimum.
- Deze ventielen zijn bedoeld voor gebruik met schone en droge
lucht of inert gas. Aanbevolen minimumfi ltratie: 50 micron. Het
dauwpunt van de gebruikte vloeistof dient minstens -10°C onder de
minimumtemperatuur te liggen waaraan de vloeistof blootgesteld kan
worden. Indien gesmeerde lucht wordt gebruikt, dient het smeermid-
del compatibel te zijn met de gebruikte elastomeren. Instrumentlucht
in overeenstemming met ANSI/ISA norm S7.3 (1975) overschrijdt
de benodigde vereisten en is daardoor een aanvaardbare vloeistof
voor deze ventielen.
- Alle uitlaatporten van de ventielen en stuurventielen die-
nen beschermd te zijn met de roestvrijstalen uitlaatbe-
schermers die bij het product worden geleverd (zie ref. 3)
. In geval van gebruik in een buisaansluiting, dienen de ventielen te
worden beschermd met (een) geschikt fi lter(s). Sluit deze uitlaat-
beschermers aan op poort 3 (3/2 NC) of de poorten 3 - 5 (5/2) van
de ventielen. De betrouwbaarheid van het ventiel kan niet worden
gegarandeerd als een andere uitlaatbeschermer wordt gebruikt
dan de meegeleverde uitlaatbeschermer. Neem in geval van pro-
blemen contact op met ASCO NUMATICS of een van de erkende
vertegenwoordigers.
- Toegestaan temperatuurbereik: -40°C tot +60°C
- Maximale werkdruk:
- 2 tot 10 bar
- 2 tot 8 bar (ISSC/PISC/PISCIS/CFSCIS/CFSDIS/CFVTIS)
BESCHRIJVING
ATEX 94/9/EG-versies: Zie "Speciale voorwaarden voor veilig
gebruik".
Versies die geïsoleerd zijn van de buitenlucht: De inwendige delen
van de verdeler zijn geïsoleerd van de buitenlucht, om bescherming te
bieden in elke schadelijke omgeving. Aangezien alle uitlaatopeningen
kanaliseerbaar zijn, staan deze garant voor een betere bescherming
van de omgeving, waardoor deze speciaal worden aanbevolen voor
3/2 NC
5/2
installaties in een gevoelige omgeving zoals stofvrije ruimten, de
farmaceutische industrie en de voedingsmiddelenindustrie.
Het is noodzakelijk om de uitlaten te kanaliseren of aan te passen
om de interne componenten van de elektrische verdeler en de pneu-
matische bekrachtiger te beschermen bij gebruik in de buitenlucht
of in een veeleisende omgeving (stof, vloeistoffen et cetera).
SPECIALE VOORWAARDEN VOOR VEILIG GEBRUIK
De verdeler moet in zijn originele verpakking bewaard worden zolang
deze niet wordt gebruikt. De beschermende bedekking mag niet
worden verwijderd van de aansluitopeningen en magneetkoppen.
Opslagvoorwaarden: beschermen tegen blootstelling aan weer,
opslagtemperatuur: -40ºC tot + 70ºC; relatieve vochtigheid: 95%
Na opslag bij een lage temperatuur dienen de verdelers gelei-
delijk aan op gebruikstemperatuur te worden gebracht voordat
deze onder druk worden gezet.
De elektrische schuifventielen zijn ontworpen voor toepassingen
zoals vermeld op het naamplaatje. Zonder voorafgaande toestem-
ming van de fabrikant of zijn vertegenwoordiger, mag geen enkele
wijziging aan het product worden aangebracht. Deze elektrische
verdelers werken op gefi lterde lucht of neutrale gassen. De
maximaal toelaatbare druk van de verdeler (= 8/10 bar) mag niet
worden overschreden.
De installatie en het onderhoud van de verdeler mogen alleen worden
uitgevoerd door gespecialiseerd personeel.
• Standaard pneumatisch bediende versies IP67 of versies voor
gebruik in een explosiegevaarlijke omgeving die wordt veroorzaakt
door gassen, dampen, mist of stof volgens de ATEX Richtlijn 94/9/
EG. (De zoneclassifi catie voor deze versie staat op het ATEX-etiket,
ref. E1/E2).
E2/Beschermingsgraad: II 2 GD c Ta 60ºC T85ºC (T6).
E1/Veiligheidscode: II 1 GD c T6 T85°C Ta -40°C tot +65°C.
EG-typegoedkeuring certifi caat-nr.: INERIS 03 ATEX 0219 X
Conformiteit met de Fundamentele gezondheidsvoorschriften en
veiligheidseisen is gegarandeerd door de conformiteit met de Eu-
ropese normen EN 13463-1 en EN 13463-5.
• Elektropneumatisch bediende versies met magneetkoppen:
- IP 65 afdichting of
- gecertifi ceerd voor gebruik in explosiegevaarlijke omgeving volgens
ATEX Richtlijn 94/9/EG.
• Versie met geïntegreerde stuurautomaat, standaard IP65, of
voor gebruik in een explosiegevaarlijke omgeving II 3D IP65 of
ATEX Ex mb/mD
• Versies met magneetkoppen met ASCO-montageplaat, stan-
daard IP65 of voor gebruik in een explosiegevaarlijke omgeving
II 3D IP65/IP67 of ATEX/IECEx Ex d, m, em, ia.
• Versies met stuurautomaten met CNOMO E06.05.80 (grootte
30) of CNOMO E06.36.120N (grootte 15) montageplaat, stan-
daard IP65 of montageplaten van stuurautomaten voor gebruik
in explosiegevaarlijke omgeving volgens ATEX Ex d of Ex ia.
Let op (CNOMO-stuurautomaten): De plaatsing van de ver-
delers in zones (ATEX 1999/92/EC) wordt in de eerste plaats
gedefi nieerd door de vermeldingen op het etiket (ref. E1/
!
E2) op de behuizing van iedere verdeler.
E2/Beschermingsgraad: II 2 GD c Ta 60ºC T85ºC (T6).
E1/Veiligheidscode: II 1 GD c T6 T85°C Ta -40°C tot +65°C.
EG-typegoedkeuring certifi caat-nr.: INERIS 03 ATEX 0219 X
Neem bij het monteren van dit product op een stuurklep volgens
ATEX 94/9/EG de minst gunstige categorie, maximale werkdruk
en temperatuur in acht. Conformiteit met de Fundamentele ge-
zondheidsvoorschriften en veiligheidseisen is gegarandeerd
door de conformiteit met de Europese normen EN 13463-1 en
EN 13463-5.
De montagerichting voor de stuurautomaten zoals aangeduid in
fi guur 4/5/6/7/8/9/10/11/12/14/15/16 en de vermelde aanhaalkoppels
dienen in acht te worden genomen. Voor magneetkoppen en stuur-
automaten volgens ATEX 94/9/EG dienen de gebruiksinstructies
die gegeven worden in de specifi eke installatie-instructies die
met het product worden geleverd strikt te worden opgevolgd.
12
Monostabiele magneetventielen serie 552-553 voor veiligheidstoepassingen
NL
MONTAGE
ATEX 94/9/EG-versies: Zorg ervoor dat alle metalen of geleidende onderde-
len altijd onderling worden aangesloten en geaard zijn. De verdelerbehuizing
is geaard met de bevestigingsschroef (ref. F).
De elektrische schuifventielen kunnen in iedere positie worden gemonteerd.
Versies met getapte poort 3/8 1/2 (fi g. 3e):
Monteer de verdeler met behulp van twee schroeven (ref.F) (niet
meegeleverd).
Versies met NAMUR-aansluitpatroon (fi g. 3e, 13b):
Voordat het schuifventiel op de actuator gemonteerd wordt moet de
gewenste functie gekozen worden:
- Selecteer de tussenplaat, al naar gelang de functie, 3/2 NG of 5/2
(pos.1a of 1b).
- Zorg dat de tussenplaat op de juiste wijze voorzien is van de
geprofi leerde afdichting (pos. 7).
- Zorg dat de tussenplaat met behulp van de 2 meegeleverde
schroeven (pos. 8) correct gemonteerd wordt: de functie indicatie
moet zich bevinden aan de retour zijde (codering).
- Plaats de 2 O-ringen (pos.9).
- Plaats, indien nodig, de positioneerstift op de actuator:
• Op het 3/2-plaatje bevindt de centreeropening Ø 5 zich bij A3/
A1.
• Op het 5/2-plaatje bevindt de centreeropening Ø 5 zich bij A3/
A2.
PNEUMATISCHE AANSLUITING (fi g. 3e en 13a, 13b)
Afhankelijk van de versie (3/2 NC of 5/2), dienen een of twee
roestvrijstalen uitlaatbeschermers te worden gebruikt, die bij ieder
product geleverd worden.
• Aansluiting van de sturing pneumatische versie:
G 1/4 of NPT 1/4.
• Aansluiting van de stuuruitlaten
Mogelijkheid om de uitlaten op te vangen van de versie met
ingebouwde stuurautomaat:
- Verwijder de plastic beschermdop
- Sluit de uitlaatopening ØM5 aan
• Handmatige terugstelling
Afhankelijk van de versie, worden de producten geleverd zonder
handmatige terugstelling of met handmatige terugstelling
van het impulstype om te werken zonder stroom.
• Algemene aanbevelingen voor pneumatische aansluiting
Sluit de leidingen aan volgens de gewenste functies, aan de hand
van de merktekens van de openingen die op het product zelf en
in deze documentatie staan aangeduid.
Zorg ervoor dat geen vreemde deeltjes kunnen binnendringen
in de kring. De leidingen moeten correct worden ondersteund
en uitgelijnd, om elke mechanische spanning op de verdeler te
vermijden. Bij het vastschroeven mag het toestel niet als hefboom
worden gebruikt. Plaats de schroefsleutels zo dicht mogelijk
bij het aansluitpunt. Om elke beschadiging te voorkomen, de
leidingaansluitingen NIET TE VAST DRAAIEN.
• Versies met getapte poort 3/8 1/2 (fi g. 3b/13a):
• Aansluiting van de elektrische verdeler:
Sluit de leidingen aan op basis van de aanduidingen op het etiket.
- Werking 3/2 NF:
Drukinlaat via opening 1 (3/8 1/2). Gebruik via opening 2. Uitlaat
via opening 3 (3/8 1/2).
- Werking 5/2:
Drukinlaat via 1. Gebruik via de openingen 2 en 4.
De uitlaten worden naar de openingen 3 en 5 geleid.
• Versie met NAMUR-aansluitpatroon (fi g. 3e, 13b):
• Aansluiting van de elektrische verdeler:
Sluit de leidingen aan op basis van de aanduidingen op het etiket.
- Werking 3/2 NF:
Drukinlaat via opening 1 (3/8 1/2). Gebruik via opening 2. Uitlaat
via opening 3 (3/8 1/2).
De uitlaat van de kamers van de terugstelveren van de bekrach-
tiger met enkelvoudige werking wordt via de verdeler naar de
aansluitopening 3 gekanaliseerd. Het wordt aangeraden opening
5 (niet gebruikt) te beschermen, maar niet af te sluiten
- Werking 5/2:
Drukinlaat via 1. Gebruik via de openingen 2 en 4.
3834944
INSTALLATIE-EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES
Aluminium of roestvrij staal, 3/8" 1/2" getapt - NAMUR
aansluitpatroon volgens IEC norm 61508 (SIL goedkeuring)
De uitlaten worden naar de openingen 3 en 5 geleid.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
• Hermetisch gesloten versie IP65 met geïntegreerde stuurau-
tomaat (fi g. 3):
Spoel op de buis passen (360° draaibaar) en vervolgens:
Uitneembare connector volgens ISO 4400 / EN 175301-803,
form A (bij juiste montage wordt de dichtheidsklasse IP-65 ver-
kregen).
• Versie met magneetkoppen met ASCO-aansluitpatroon:
Zie de aanvullende installatie-instructies die worden geleverd
met iedere magneetkop.
• Versie met CNOMO-montageplaat:
Zie de aanvullende installatie-instructies die worden geleverd
met ieder stuurventiel.
• Algemene instructies voor de elektrische aansluiting:
De elektrische aansluiting dient te gebeuren door een vakman en
in overeenstemming met de geldende voorschriften of normen.
Let op:
- Schakel vooraf de elektrische voeding uit om alle onderdelen
spanningloos te maken.
- Afhankelijk van hun spanning moeten de elektrische onderdelen
voorzien worden van een aarding die beantwoordt aan de plaat-
selijke voorschriften of normen.
De meeste schuiven zijn uitgerust met spoelen voor continube-
drijf. Om elk risico op lichamelijk letsel of materiële schade te
voorkomen, dient men aanraking van de magneetkop te vermij-
den, omdat die bij normale werking heet kan worden. Wanneer
de elektrische schuifafsluiter makkelijk bereikbaar is, moet de
installateur een magneetkopbescherming voorzien.
! Voor alle onderhoudswerkzaamheden en inwerkingstel-
lingen moet de voeding van de elektrische verdeler worden
afgekoppeld, de druk afgelaten en de verdeler worden schoon-
geblazen om elk risico op lichamelijk letsel of materiële schade
uit te sluiten.
ATEX-versies: neem alle voorschriften conform de Europese
richtlijn 99/92/EG en de hiervan afgeleide normen strikt in
acht.
• Reiniging
Het onderhoud van de elektrische verdelers verschilt naargelang
hun bedrijfsomstandigheden. Deze dienen regelmatig te worden
gereinigd. Tijdens de ingreep moeten de onderdelen grondig
worden nagekeken op sporen van overmatige slijtage. Een rei-
nigingsbeurt is nodig wanneer een vertraging van het werkritme
wordt vastgesteld terwijl de stuurdruk correct is, of wanneer een
abnormaal geluid of lek wordt waargenomen.
• Geluidsniveau
De gebruiker kan pas nauwkeurig het geluidsniveau vaststellen
nadat hij het onderdeel op de installatie heeft gemonteerd. Het
geluidsniveau verschilt naargelang het gebruik, de vloeistof en
het soort materiaal.
• Preventief onderhoud
- Laat de elektrische verdeler minstens eenmaal per maand werken
om te controleren of hij goed opent en sluit.
- In geval van problemen tijdens montage of onderhoud, of bij
twijfel, kunt u contact opnemen met ASCO NUMATICS of zijn
offi ciële vertegenwoordigers.
• Storingsverhelping
- Uitlaatdruk is niet goed : Controleer de druk aan de inlaatzijde
van de elektrische verdeler, deze moet overeenstemmen met
de toegelaten waarden vermeld op het etiket.
Let op, neem de minimumwaarden voor de stuurdruk in acht : 2 bar
Om elk risico op lichamelijk letsel of materiële schade te voor-
komen, dient men na te gaan of de elektrische verdeler correct
functioneert alvorens deze opnieuw in bedrijf te stellen.
• Vervangen
De spoel is verkrijgbaar als reserveonderdeel.
Indien nodig, de hele elektrische verdeler vervangen.
13
3/2 NC
NL
5/2
ONDERHOUD
3834944

Publicidad

loading

Este manual también es adecuado para:

552 serie553 serie