All manuals and user guides at all-guides.com
4. Signaallampjes
108
Digitale ingangen 1 tot 6:
Het signaallampje is geel wanneer de ingang actief is.
Relais uitgangen 7 en 8:
Het signaallampje is geel wanneer de uitgang actief is.
Storing (F):
Het signaallampje is rood als de CU 401 eenheid niet goed
functioneert.
Spanning (P):
Het signaallampje is groen als de CU 401 eenheid actief is
en goed functioneert.
Bedrijf (R):
Het signaallampje is groen als het toepassingsprogramma
goed werkt.
Back-up batterij (BATT):
Het signaallampje is groen wanneer
• de back-up batterij (PU 102) is opgeladen en in staat is
om de CU 401 van stroom te voor zien, in het geval dat
de spanning weg valt.
Het signaallampje is uit wanneer
• de back-up batterij (PU 102) niet is gemonteerd.
• de back-up batterij (PU 102) niet is opgeladen.