Zet voor het inleggen van verse levensmiddelen de thermostaat op de stand
MAX. Na 2 uur in de middelste stand zetten.
Controleer de temperatuur in het vriesgedeelte door er een thermome-
ter in te leggen. De ideale temperatuur en standaardinstelling is -18 °C
in het vriesgedeelte. Als deze vriestemperaturen zijn bereikt, kunt u de
levensmiddelen in het apparaat doen.
De binnentemperaturen kunnen worden beïnvloed door de standplaats
van het apparaat, de omgevingstemperatuur en de frequentie waarmee
de deur wordt geopend. Houd hier bij het instellen van de temperatuur
rekening mee.
8.3. Apparaat uitschakelen
Om het apparaat stroomloos te maken, zet u de thermostaatregelaar in de stand
MIN en haalt u de netstekker uit het stopcontact.
Wacht circa tien minuten voordat u het apparaat opnieuw inschakelt.
8.4. Tips voor energiebesparing
Laat alle vriesladen tijdens gebruik van het apparaat erin staan, dan is uw ener-
gieverbruik het laagst.
Plaats het apparaat niet in de buurt van een warmtebron (zoals een radiator of
fornuis).
Zorg ervoor dat de lucht rondom het apparaat vrij kan circuleren.
Als u levensmiddelen/dranken in het apparaat doet of uit het apparaat haalt,
open de deur dan maar even.
Stem de instelling van de temperatuur af op de hoeveelheid levensmiddelen die
zich in het apparaat bevinden.
Laat warme levensmiddelen tot kamertemperatuur afkoelen, voordat u deze in
de vrieskast doet.
Let erop dat de deurafdichting onbeschadigd is en dat de deur correct sluit.
Als zich een ijslaag heeft afgezet, moet u het apparaat ontdooien. Een dikke ijs-
laag heeft een negatief effect op de overdracht van de kou, waardoor het ener-
gieverbruik toeneemt.
Als het koelapparaat langere tijd leeg staat, schakel het dan uit. Laat het appa-
raat ontdooien, reinig het en droog het af. Laat de deur openstaan om schim-
melvorming in het apparaat te voorkomen.
86