NL
5 . Als het stuur verdraaid staat, maakt u de ene
moer losser en de andere vaster.
Span de stuurkettingen niet te strak
aan. Daardoor wordt het sturen zwaar-
der en neemt de slijtage van de kabels
toe .
9 .8
ACCU
Zie voor het op de machine gebruikte accutype "0
TABEL TECHNISCHE GEGEVENS"
Als u het zuur in uw ogen of op uw huid
krijgt, kan dit ernstig letsel veroorzaken.
Als er zuur op uw lichaam terechtkomt,
moet u het betreffende lichaamsdeel
onmiddellijk afspoelen met een ruime
hoeveelheid water en zo snel mogelijk
medische hulp zoeken .
De accuvloeistof niet controleren en/of bijvullen.
Het enige onderhoud dat verricht moet worden, is
het opladen van de accu, bijvoorbeeld nadat de
machine voor lange tijd heeft stilgestaan.
De accu kan worden opgeladen:
- via de motor
- via een acculader "GGP".
9 .8 .1 Opladen via de motor
Dit is alleen mogelijk als de accu nog iets geladen
is, zodat de machine kan worden gestart.
• Rijd de machine naar buiten.
• Start de motor volgens de instructies in deze
handleiding.
• Laat de motor onafgebroken werken voor 45
minuten (dit is de tijd die nodig is om de accu
volledig op te laden).
• Zet de motor af.
9 .8 .2 Opladen via acculader "GGP"
Gebruik een acculader met constante
spanning . Gebruik van een standaard
acculader kan de accu beschadigen .
Neem voor meer informatie contact op
met uw dealer.
Om de accu op te laden, verbindt u de acculader
met de contactdoos op de zijkant (8:F).
9 .8 .3 LUCHTINLAAT
Zie voor de service-intervallen ho-
ofdstuk 13 .
Zie afbeelding (14:A). De motor is luchtgekoeld.
20
NEDERLANDS
Door een verstopt koelsysteem kan de motor
beschadigd raken.
9 .9
O n d e r -
deel
Middel-
ste punt
Kettingen
van de
besturing
Poelies
van het
stuur
Armen
spanners
Bedie-
ningska-
bels
Vooras
van de
wielen
9 .10 MAAI-EENHEID
Zie voor de onderhoudswerkzaamheden op de
maai-eenheid de aanwijzingen uit de betreffende
handleiding.
10 ASSISTENTIE EN REPARATIES
In deze handleiding vindt u alle aanwijzingen
die u nodig heeft voor de machinebediening
en voor het basisonderhoud ervan, dat door de
gebruiker kan worden verricht. Alle afstellings- en
onderhoudswerkzaamheden die niet in deze
handleiding zijn beschreven, dienen te worden uit-
gevoerd door uw dealer of door een gespecialise-
erde werkplaats, die over de noodzakelijke kennis
en apparatuur beschikt om het werk correct uit te
voeren en zo de veiligheid en de originele staat
van de machine te handhaven.
(Vertaling van de originele gebruiksaanwijzingen)
SMERING (16)
Zie voor de service-intervallen ho-
ofdstuk 13 .
Handeling
Smeer het middelste punt
met olie
Reinig de kettingen met
een staalborstel.
Smeer met universele
spray voor kettingen.
Smeer de pennen van de
poelies met olie
Smeer de lagerpunten met
olie bij de activering van
iedere bediening.
Smeer de uiteinden
van de kabels met een
oliehouder terwijl alle
regelaars zijn geactiveerd.
Dit moet worden gedaan
door twee personen.
Verwijder de wielen en
de handgrepen van de
snelsluitingen
Smeer de assen met vet
Afb .
16:A
-
16:B
16:C
16:D
16:E