Opladen van de accu
1
2
ROOD = laden
GROEN = gereed
Laad de accu na gebruik absoluut weer op, om een zogenaamde diepteontlading van
de accu te vermijden. Laad de accu van tijd tot tijd (ca. alle 2-3 maanden) op.
Een niet-inachtneming van de bovenstaande omgang met de accu kan tot een defect
leiden. Accu's mogen uitsluitend door volwassenen worden opgeladen.
Aanbrengen van de accu
1
2
Gelieve eerst de Carrera RC-accu met het
bijgeleverde laadtoestel te verbinden. Het
verbindingsstuk en de aansluiting tussen
accu en laadtoestel zijn zodanig vervaar-
digd, dat een verkeerde polariteit uitgesloten
is. Sluit het laadtoestel op een energiebron
aan.
Als de accu correct aangesloten werd en het
oplaadproces normaal plaatsvindt, is het
rode LED-lampje constant verlicht. Wanneer
de accu volledig opgeladen is, schakelt het
rode LED-lampje naar een groene kleur om.
De accu kan verwijderd en in uw Carrera
RC-voertuig geïnstalleerd worden en is nu
klaar om te rijden. De accu moet na gebruik
minimum 20 minuten afkoelen, voor hij weer
volledig mag worden geladen. Een nietin-
achtneming van deze pauze kan leiden tot
een defecte accu.
Verwijder met een schroevendraaier het
deksel van het accuvak bij het Carrera RC-
voertuig.
Verbind het kabeluiteinde van het Carrera
RC-voertuig met dat van de accu. Accu
inleggen. Deksel met een schroevendraaier
dichtschroeven.
Plaatsen van de batterij
1
2
ALKALINE
Nu kan de rit beginnen
1
2
Uitwisselen van de carrosserie
1
26
Druk op de releaseknop en neem het
batterijvak uit de controller.
Let bij het plaatsen van de batterijen op
correcte polariteit. Gebruik nieuwe en
oude batterijen of batterijen van ver-
schillende fabrikanten nooit samen.
Schuif het batterijvak terug in de con-
ALKALINE
troller tot het vergrendelt. Als de con-
trole-LED knippert, moeten de 2 AA-
batterijen in de controller worden ver-
vangen.
Het Carrera RC voertuig en de control-
ler zijn door de fabriek gekoppeld. Als
er in het begin problemen bij de com-
municatie tussen het Carrera RC voer-
tuig zouden zijn, dient u een nieuwe
koppeling uit te voeren.
Schakel het voertuig in. Druk de kop-
pelingknop aan de achterzijde van de
controller in en houd deze bij het
inschakelen ingedrukt. De LED aan de
controller begint te knipperen.
Na enkele seconden en een succes-
volle koppeling branden de LEDs aan
het voertuig en de controller weer per-
manent.
Om het kwarts uit te nemen verwijdert u
de 4 klemmen.