Storingscodes op de afstandsbediening:
Montagefout
Storingscode
De afsluiter van
een buitenunit is
dicht gelaten.
Te veel koelmiddel
E3
De afsluiter van
een buitenunit is
dicht gelaten.
De werkings-
modus op de
afstandsbediening
E4
was veranderd
vóór de controle.
F3
Onvoldoende
koelmiddel
Te veel koelmiddel
F6
De testwerking
werd niet
U3
uitgevoerd.
De buitenunit
krijgt geen
U4
stroom.
Verkeerd type
binnenunit
UA
aangesloten.
De afsluiter van
een buitenunit is
dicht gelaten.
De leiding en
bedrading van de
gespecificeerde
binnenunit zijn
niet juist
UF
aangesloten op
de buitenunit.
De werkings-
modus op de
afstandsbediening
was veranderd
vóór de controle.
Verkeerde
verbindingen
UH
tussen units.
11.5. Controles bij normale werking
Stel de masterunit in (binnenunit die de koel-/verwarmmodus
kan selecteren).
In geval van bedrade afstandsbedieningen
Na
de
testwerking
knippert
CONTROL" op alle aangesloten afstandsbedieningen.
Selecteer een binnenunit die de klant als masterunit wilt
gebruiken.
(Selecteer best de binnenunit die het vaakst zal worden
gebruikt).
Druk op de werkingsmoduskeuzetoets op de afstandsbediening
van de binnenunit die als masterunit is geselecteerd.
"CHANGEOVER UNDER CONTROL" verdwijnt van het display
van die afstandsbediening. Met die afstandsbediening kunt u
omschakelen tussen koel- en verwarmingsmodus.
Op het display van de andere afstandsbedieningen verschijnt
"CHANGEOVER UNDER CONTROL".
Montagehandleiding
17
Wat te doen
Op de afsluiter aan zowel de gas- als de
vloeistofzijde.
Herbereken de vereiste hoeveelheid
koelmiddel op basis van de
leidinglengte en het juiste vulniveau van
het koelmiddel door eventueel
overmatig koelmiddel te verwijderen
met een koelmiddelverwijderapparaat.
Op de afsluiter aan zowel de gas- als de
vloeistofzijde.
Stel de werkingsmodus op de
afstandsbedieningen van alle
binnenunits in op "koelen".
Controleer of het bijvullen van extra
koelmiddel goed werd afgewerkt.
Herbereken de vereiste hoeveelheid
koelmiddel op basis van de
leidinglengte en voeg de nodige
hoeveelheid koelmiddel toe.
Herbereken de vereiste hoeveelheid
koelmiddel op basis van de
leidinglengte en het juiste vulniveau van
het koelmiddel door eventueel
overmatig koelmiddel te verwijderen
met een koelmiddelverwijderapparaat.
Voer de testwerking uit.
Controleer of de voedingsdraden voor
de buitenunit juist is aangesloten.
Controleer het type van de binnenunits
die nu zijn aangesloten. Als ze van een
verkeerd type zijn, vervang ze dan.
Op de afsluiter aan zowel de gas- als de
vloeistofzijde.
Controleer of de leiding en bedrading
van de gespecificeerde binnenunit juist
zijn aangesloten op de buitenunit.
Stel de werkingsmodus op de
afstandsbedieningen van alle
binnenunits in op "koelen".
Voer de verbindingen tussen de op de
F1- en F2-klemmen (TO IN/D UNIT) op
de printplaat (A1P) in de buitenunit
goed uit.
"CHANGEOVER
UNDER
In geval van draadloze afstandsbedieningen
Na de testwerking knippert op alle aangesloten binnenunits het
timerlichtje.
Selecteer een binnenunit die de klant als masterunit wilt
gebruiken.
(Selecteer best de binnenunit die het vaakst zal worden
gebruikt).
Druk op de werkingsmoduskeuzetoets op de afstandsbediening
van de binnenunit die als masterunit is geselecteerd. U hoort
een piepgeluid, en op alle binneunits wordt het timerlichtje
gedoofd.
Met die binnenunit kunt u omschakelen tussen koel- en
verwarmingsmodus.
Raadpleeg voor meer informatie de bij de binnenunit geleverde
handleiding.
11.6. Bevestiging van temperatuuraanpassing
Laat de unit na afloop van de test normaal werken. (Verwarmen is
niet mogelijk als de buitentemperatuur 24°C of meer bedraagt.)
Controleer of de binnen- en buitenunits normaal werken (Leg de
unit onmiddellijk stil als een klopgeluid hoorbaar is in de
vloeistofcompressie van de compressor, en zet de verwarming
voldoende lang onder spanning vooraleer hem opnieuw te
starten.)
Stel iedere binnenunit afzonderlijk in werking en ga na of de
corresponderende buitenunit ook functioneert.
Controleer of er koude (of warme) lucht uit de binnenunit komt.
Druk op de ventilatorrichtings- en -snelheidstoetsen van de
binnenunit om de goede werking ervan te controleren.
Tips voor normale werkingscontrole
Als het systeem stopt zal de compressor ongeveer
5 minuten lang niet herstarten, zelfs niet als u op de
toets Run/Stop van een binnenunit van hetzelfde
systeem drukt.
Wordt het systeem door de afstandsbediening
stilgelegd, dan kunnen de buitenunits nog maximaal
5 minuten lang blijven doorwerken.
Zorg ervoor, na afloop van de testwerking, dat het
deksel van de elektriciteitsdoos, het onderhouds-
deksel en de behuizing van de unit allemaal vastzitten
wanneer u de unit aan de klant overhandigt.
12. O
NDERHOUDSMODUS
Nadat de voeding is ingeschakeld, kan de unit pas opstarten nadat
de H2P-initialisatie-led wordt gedoofd (maximaal 12 minuten). Deze
led geeft aan dat de unit zich nog voorbereidt.
Methode voor vacuümzuigen
Dit vacuümzuigen is niet vereist bij de oorspronkelijke montage. Het
is alleen vereist bij reparaties.
1
Terwijl de unit stilstaat en in instelmodus 2, stelt u de vereiste
functie B in (koelmiddel verwijderen/vacuümzuigen) op
(AAN).
-
Reset hierna de instelmodus 2 niet totdat het vacuümzuigen
beëindigd is.
-
De H1P-led brandt en op de afstandsbediening staat
(testwerking) en
(externe besturing). Het toestel kan
niet worden gebruikt.
2
Zuig het systeem vacuüm met een vacuümpomp.
3
Druk op de
-knop en reset instelmodus 2.
BS1 MODE
ON
U-4~6ML3DPQ
Urban Multi airconditioner
4PW17809-1C