WERKING
WERKING
1. Zorg dat de zender/oplader op een juiste manier op
de netvoeding is aangesloten met behulp van de
meegeleverde adapter.
2. Draag de koptelefoon zodat het voorste (zeefgedrukte)
deel van de headset naar de zender is gericht.
3. Schakel de koptelefoon in met behulp van de AAN/
UIT/ VOLUME
volume.
4. Gebruik het toonregelwiel
toonfrequentie in te stellen.
5. Gebruik de geïntegreerde balansregeling ( ) om de
volumebalans tussen het linker- en rechteroor aan te
passen. Deze regelknop is op de koptelefoon te
vinden
6. Indien nodig, steek een condenser (electret)
microfoonstekker in de Microfoon- / Kabelingang
op de koptelefoon of sluit de audio-uitgang
van een mobiele telefoon op dezelfde aansluiting aan
met behulp van een kabel met een 3,5mm stekker.
7. Na gebruik van het systeem plaatst u de koptelefoon
in het oplaadstation, terwijl u ervoor zorgt dat de
koptelefoon goed in het station zit. Controleer of het
oplaadcontrolelampje brandt.
regeling en regel het
.
53
om de gewenste