NL
5. Wacht tot de motor op het juiste toerental draait alvorens met het maaien te beginnen. Bij het
maaien met aandrijving moet men de aandrijvings- koppelingshefboom tegen de stuurboom
aan duwen en daar vasthouden [1].
NB:
• Breng de rijkoppelingshendel [1] in één snelle beweging tegen de stuurboom. Indien u de
hendel langzaam inschakelt kan dat de levensduur van het koppelingsmechanisme nadelig
beïvloeden.
H.S.T.
• De rijkoppelingshendel [1] werkt als snelheids-regelhendel, afhankelijk van hoever deze
wordt ingeknepen.
Het varieert de snelheid tussen 0 en de m.b.v. de versnellingshendel ingestelde snelheid. De
maximumsnelheid wordt bereikt door beide hendels [2] en [1] geheel naar voren te duwen.
6. Laat om de maaier te stoppen de rijkoppelingshendel [1] los.
7. Laat om het maaimes tot stilstand te brengen de meskoppelingshendel [3].
E
5. Embragar el avance de la máquina cuando el motor haya alcanzado su régimen: para hacer
avanzar el cortacésped, pulsar de la palanca de embrague de avance [1] hacia arriba y
mantenerla apretada contra el manillar.
NOTA:
• Ejercer un movimiento rápido y completo sobre la barra de embrague de avance [1] para que
el embrague esté siempre totalmente acoplado o parado. Esto permite prolongar la duración
de servicio del mecanismo de embrague.
H.S.T.
• La palanca de embrague [1] actúa como un variador de velocidad en función de su
posición.Se puede variar la velocidad de cero y el valor máximo que se ha preseleccionado
con la manecilla de cambio de velocidad. La velocidad máxima se alcanza al mantener la
palanca [2] y [1] completamente hacia delante.
6. Para detener el avance de la máquina, soltar la palanca de embrague de avance [1].
7. Para detener la rotación de la cuchilla, soltar la barra de embrague de cuchilla [3].
PRAKTISCHE WENKEN
CONSEJOS PARA LA UTILIZACIÓN
43