16 – NL
TTR200 TEMPERATUUR-MEETOMVORMER RAILMONTAGE | CI/TTR200-X1 REV. C
7 Elektrische aansluitingen
Veiligheidsaanwijzingen
GEVAAR
Explosiegevaar door ondeskundige installatie en
ingebruikname van het apparaat.
Bij gebruik in explosiegevaarlijke omgevingen de informatie in
Gebruik in explosiegevaarlijke gebieden conform ATEX en
IECEx op pagina 6 en Gebruik in explosiegevaarlijke
omgevingen conform FM en CSA op pagina 11 in acht nemen!
U moet de volgende aanwijzingen opvolgen:
•
De elektrische aansluiting mag alleen door geautoriseerd
vakbekwaam personeel worden uitgevoerd
overeenkomstig de aansluitschema's.
•
Bij de elektrische installatie moet u de betreffende
voorschriften opvolgen.
•
De instructies voor de elektrische aansluiting in de
handleiding in acht nemen, anders kan de elektrische
beschermingsgraad worden beïnvloed.
•
De veilige scheiding van aanrakingsgevaarlijke
stroomkringen is alleen gegarandeerd wanneer de
aangesloten apparaten voldoen aan de eisen van
DIN EN 61140 (VDE 0140, deel 1) (Fundamentele eisen voor
een veilige scheiding).
•
Voor een veilige scheiding de toevoerleidingen apart van
de aanrakingsgevaarlijke stroomkringen leggen of
aanvullend isoleren.
•
Alleen in spanningsloze toestand aansluiten!
•
Omdat de meetomvormer geen uitschakelende elementen
bezit, dient de installatie te worden voorzien van
overstroombeveiligingen, bliksemafleidingen en
netscheidingsmogelijkheden.
•
Energievoorziening en signaal lopen via dezelfde leiding
en moeten worden uitgevoerd volgens de toepasselijke
norm (standaard versie) als SELV- of PELV-stroomcircuit.
In de Ex-uitvoering dienen de richtlijnen conform de Ex-
norm te worden nageleefd.
•
Men dient te controleren of de aanwezige
energievoorziening overeenkomt met de gegevens op het
typeplaatje.
Aanwijzing
De aders van de signaalkabel moeten worden voorzien van
adereindhulzen.
De sleufschroeven van de aansluitklemmen moeten met een
schroevendraaier maat 1 (3,5 mm resp. 4 mm) worden
aangedraaid.
120
Bescherming van de meetomvormer tegen
beschadiging door energierijke elektrische
storende invloeden.
Omdat de meetomvormer geen uitschakelende elementen bezit,
dient de installatie te worden voorzien van
overstroombeveiligingen, bliksemafleiding resp.
netscheidingsmogelijkheden.
Raadpleeg voor afscherming en aarding van het apparaat en de
aansluitkabel Aansluitconfiguratie op pagina 18.
LET OP
Beschadiging van de temperatuur-meetomvormer.
Overspanning, te veel stroom en hoogfrequente stoorsignalen
zowel op de voedings- als op de sensor-aansluitkant van het
apparaat kunnen de temperatuur-meetomvormer
beschadigen.
A Niet lassen
B Geen hoogfrequente stoorsignalen / schakelprocedures van
grootverbruikers
C Geen overspanning door blikseminslag
Afbeelding 9: Waarschuwingstekens
Te veel stroom en overspanning kunnen bijvoorbeeld ontstaan
door laswerkzaamheden, schakelprocessen door elektrische
grootverbruikers of blikseminslag in de omgeving van de
meetomvormer, de sensor en de aansluitkabel.
Temperatuur-meetomvormers zijn ook aan de kant van de sensor
gevoelige apparaten. Lange verbindingskabels naar de sensor
kunnen schadelijke strooivelden bevorderen. Deze kunnen al
optreden als tijdens de installatie temperatuursensoren op de
meetomvormer zijn aangesloten die echter nog niet in de
installatie zijn geïntegreerd (geen aansluiting op de
voedingscheider / DCS)!