GEBRUIKERSHANDLEIDING
1.
Open de verpakking en haal het apparaat uit de verpakking. Controleer de
inhoud aan de hand van de gebruiksaanwijzing.
2.
De eenheid moet op een vlak oppervlak geplaatst worden en steeds in ver-
ticale positie staan. Controleer dat de voedingsspanning geschikt is voor dit
apparaat. (Bekijk het typeplaatje op de achterkant van de eenheid.)
3.
Met water vullen: Een nieuw apparaat of een apparaat dat gedurende lange
tijd niet gebruikt werd moet vóór gebruik met zuiver water gevuld worden.
Trek vóór het vullen met water de stekker uit het stopcontact om te voorko-
men dat elektrische delen beschadigd worden. Open de vergrendeling van de
watertank en trek de tank uit het apparaat. Vul daarna de tank met water.
Zorg ervoor dat het water het maximumpeil niet overschrijdt.
4.
Omhoog en omlaag aanpasbare luchtverdeling: Open de luchtuitlaat vóór het
aanschakelen van de eenheid. Pas de stand de kleppen handmatig aan naar
boven of beneden voor de gewenste richting van de luchtstroom.
5.
Timer: Met deze toets kan een bereik ingesteld worden van 0,5 - 7,5 uur, met
een interval van één uur. Wanneer het lampje van de timer uit is werkt de
eenheid ononderbroken.
6.
Afstand bediening: De functie is dezelfde dan het bedieningspaneel. Verzeker
dat er zich tijdens gebruik geen obstakels bevinden tussen de afstandsbedie-
ning en de eenheid.
7.
Opslag: Als de eenheid voor een langere periode niet gebruikt wordt moet
het water uit de tank gelaten worden. De filterkorf in het bijzonder moet vol-
ledig droog zijn. Steek deze in een plastic zak en daarna in een doos.
1
54
FUNCTIES VAN ALLE TOETSEN
AAN/UIT
Druk op deze toets om de luchtkoeler te starten. Een kort "BI" signaal zal het starten van de normale
werking aangeven. Ondertussen zullen de functie-indicatoren voor koelen en draaien (normaal
windtype) automatisch ingeschakeld worden. Medium wind 3 seconden na het starten, daarna lage
snelheid. Druk op de toets "AAN/UIT" om de luchtkoeler uit te schakelen. Een kort "BI" signaal geeft
aan dat de werking gestopt wordt.
MODUS
De modus Normaal is automatisch ingesteld bij het aanschakelen van de luchtkoeler. Door op deze
toets te drukken zal het apparaat overschakelen van de modus Normaal naar de slaapstand. Door
opnieuw op deze toets te drukken zal het apparaat overschakelen van de slaapstand naar de modus
Natuurlijk. Uit deze drie types kan gekozen worden. (Opmerking: In de modus "Natuurlijk" or
"Slaapstand" zal de windsnelheid niet gewijzigd worden).
KOEL
Deze functie wordt automatisch gestart na het aanschakelen van de luchtkoeler. Druk op de toets om
de koelfunctie te stoppen. Opnieuw op de toets drukken zal deze functie opnieuw starten. (Opmer-
king: In de koelfunctie zal de ventilator automatisch overschakelen op lage snelheid na 30 seconden.)
DRAAIEN L/R
Deze functie wordt onmiddellijk na het aanschakelen van de luchtkoeler gestart en wordt weerge-
geven door het indicatielampje DRAAIEN L/R. In deze toestand wordt de luchtverdeling zachtjes van
links naar rechts gestuurd. Druk op deze toets om de functie te stoppen en het indicatielampje te
doven. Door opnieuw op de toets te drukken zal de luchtverdeelklep opnieuw beginnen draaien.
SNELHEID
Druk op deze toets om de windsnelheid te wijzigen na het aanschakelen van de luchtkoeler. De
windsnelheid kan gewijzigd worden van laag naar medium en naar hoog. Het indicatielampje van de
windsnelheid gaat branden wanneer de luchtkoeler op de lage snelheid werkt. Dit geldt ook voor de
indicatielampjes voor medium en hoge snelheid.
TIMER
De timerfunctie wordt geactiveerd wanneer deze toets wordt ingedrukt in de stand-bymodus en het
aanschakelen kan uur per uur ingesteld worden tussen 1 uur en 7,5 uur. Druk na het aanschakelen
van het apparaat op deze toets om het uitschakelen uur per uur in te stellen tussen 1 uur en 7,5 uur.
Deze functie kan uitgeschakeld worden door op deze toets te drukken en de tijd te wijzigen of door
rechtstreeks op de toets "AAN/UIT" te drukken.
LED
Het LED-weergavepaneel en controlelampje zullen samen branden wanneer het apparaat in werking
is. Het LED-weergavepaneel zal 10 seconden na het uitschakelen van de eenheid automatisch doven
maar het controlelampje zal blijven branden.
WATERPEIL
Het LED-lampje is blauw wanneer er water in de tank zit. Het LED-lampje is rood en het apparaat
geeft een alarm wanneer er te weinig water in de tank zit. Als er onvoldoende water in de tank zit en
het apparaat staat in de koelmodus moet u water toevoegen en op de toets koelen drukken om de
koelfunctie terug te activeren.
HOE DE BATTERIJ VAN DE AFSTANDSBEDIENING
VERVANGEN
1: Trek de batterij uit de afstandsbediening.
2. Plaats de nieuwe batterij met de "+" naar boven gericht.
3. Plaats de batterijdoos in de afstandsbediening.
OPGELET
1. Gebruik een normale voedingsspanning. (Afb. 5)
2. Plaats geen voorwerpen bovenop de eenheid. Dek de luchtuitlaat niet af wan-
neer het apparaat in gebruik is en zorg voor een vrije ruimte van één meter
voor en achter het apparaat. (Afb. 6)
3. Kantel of stoot de eenheid niet na het vullen met water. Duw, als u de eenheid
moet verplaatsen, zachtjes tegen de zijkant om te vermijden dat water gemorst
1)
1
2)
2
3
1
55