11.
Als uw meting groter is dan de toegestane afstand
tussen
en
voor de bijbehorende afstand tussen
a
c
wanden in de volgende tabel, moet de laser worden
nagezien in een officieel servicecentrum.
Afstand tussen
wanden
9m (30')
12m (40')
15m (50')
Verticale straal - Loodlijn
De verticale kalibratie (loodlijn) kan het nauwkeurigst worden
uitgevoerd wanneer er een aanzienlijke verticale hoogte
beschikbaar is, in het ideale geval 9m (30'), met één persoon
op de vloer die de laser plaatst en een ander persoon die in
de buurt van het plafond de punt markeert die door de laser op
het plafond wordt geprojecteerd. Het is erg belangrijk dat u een
kalibratietest uitvoert over een afstand die niet kleiner is dan de
afstand waarvoor u de laser wilt gebruiken.
1.
Plaats de laser op een glad, vlak, stabiel oppervlak dat in
beide richtingen waterpas is (Afbeelding
2.
De laser inschakelen.
3.
Druk driemaal op
om de verticale stralen aan de voor-
en zijkant weer te geven.
4.
Druk tweemaal op
om de punt omlaag weer te geven.
5.
Markeer de positie van de punt omlaag op een vlak
oppervlak
(Afbeelding
a
6.
Markeer twee korte lijnen op het plafond
de twee stralen elkaar kruisen.
7.
Draai de laser 180º, en positioneer de punt omlaag direct
over
, de vorige positie van de punt omlaag, zoals
a
afgebeeld in Afbeelding
8.
Kijk naar de positie van de twee laserstralen op het
plafond. Als ze niet parallel staan aan de gemarkeerde
lijnen
en
, draai de laser dan tot de stralen bijna
b
c
gelijk staan aan
en
b
9.
Markeer twee korte lijnen op het plafond
de stralen kruisen.
10.
Meet de afstand tussen lijnen
.
e
Toegestane afstand
Tussen
en
a
c
6mm (1/4")
8mm (5/16")
10mm (13/32")
).
G 1
).
G 2
en
waar
b
c
.
G 3
.
c
en
waar
d
e
en
, en lijnen
b
d
c
11.
Als de meting groter is dan de toegestane afstand
tussen de gemarkeerde lijnen voor de bijbehorende
plafondhoogte in de volgende tabel, moet de laser
worden nagezien in een officieel servicecentrum.
Plafondhoogte
2,5m (8')
3m (10')
4m (14')
6m (20')
9m (30')
90º Tussen verticale stralen
Om de 90º nauwkeurigheid tussen de laserstraal aan de voor-
en zijkant te controleren, hebt u een open ruimte nodig van ten
minste 6m x 3m (20' x 10').
1.
Plaats de laser op een glad, vlak, stabiel oppervlak dat in
beide richtingen waterpas is, zoals afgebeeld in
Afbeelding
H 1
2.
De laser inschakelen.
3.
Druk driemaal op
en zijkant weer te geven.
4.
Druk tweemaal op
5.
Markeer drie positie langs de voorste laserstraal
, en
; waar
b
c
6.
Positioneer de laser zodat de punt omlaag over
voorste laserstraal op een lijn staat met
(Afbeelding
H 2
7.
Markeer een locatie
op ten minste 3m (10') van de laser.
8.
Draai de laser naar rechts 90º.
9.
Positioneer de laser zodat de punt omlaag over
voorste laserstraal op een lijn staat met
(Afbeelding
H 3
10.
Markeer de laserstraal aan de zijkant
11.
Meet de afstand tussen
en
Toegestane afstand
Tussen de gemarkeerde lijnen
1,5mm (1/16")
2,0mm (3/32")
2,5mm (1/8")
4mm (5/32")
6mm (1/4")
.
om de verticale stralen aan de voor-
om de punt omlaag weer te geven.
het midden punt van de laserstraal is.
b
c
).
langs de laserstraal aan de zijkant
e
e
).
dichtbij
f
en
.
a
f
NL
,
a
en de
b
en de
b
.
a
59